Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op donderdag 08 juni 2023 om 05.16 uur

Geldig van zaterdag 10 juni tot donderdag 22 juni

Synoptische ontwikkeling:
Tot en met zondag bevinden we ons aan de zuid(west)flank van een
blokkerend hogedrukgebied boven Scandinavie en Noordoost-Europa. We
komen net niet in de invloedssfeer van (thermische) lagedrukgebieden
boven of nabij het zuidwesten van Europa. Begin volgende week komen we
in een soort grootschalig zadelgebied terecht, waarna een nieuw
hogedrukgebied zich opbouwt boven de Noorse Zee. Doordat dit hoog
verbinding maakt met neen uitloper van het Azorenhoog, of in elk geval
een uitloper vormt richting de Britse Eilanden, draait de stroming bij
ons geleidelijk via oost naar noordoost of zelfs noord, waarmee er
geleidelijk minder warme lucht wordt aangevoerd.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Landinwaarts zomers warm (25+ graden), in het zuidoosten af en toe
tropisch (30+ graden). De kans op een landelijke hittegolf lijkt
vooralsnog klein, ca. 20%. In het zuidoosten van het land schat ik de
kans op het behalen van dezelfde criteria zo'n 50%. Tot en met
halverwege volgende week zijn de neerslagkansen maximaal 10% (in het
zuiden 20-30%). Daarna neemt de neerslagkans toe naar 30-40%,
aanvankelijk veelal in de vorm van (onweers)buien. Dit lijkt vooral te
maken te hebben met de aanwezigheid van hoogtelaagjes of thermische
lagedrukgebieden boven Centraal-Europa. Tegelijkertijd zien we ook de
spreiding in de windrichting en temperatuur sterk toenemen, waarbij de
kans op bovennormale temperaturen afneemt naar zo'n 50%. Deze
onzekerheid is vooral het gevolg van de windrichting, die zowel aflandig
(oostelijk) als aanlandig (noordelijk) kan worden, hetgeen weer
afhankelijk is van de vorm van het blokkerende hoog.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Warm tot zeer warm, met landinwaarts zomerse, in het zuidoosten soms
tropische, temperaturen. Het blijft zonnig en op de meeste plaatsen
droog, alleen in het zuiden en oosten is er een kleine kans op een
(onweers)bui.

De kans op waarschuwingen blijft vooralsnog klein.

Samenvatting EPS-periode:
Een dalende trend in de temperatuur is waarschijnlijk, de kans op
bovennormale temperaturen neemt daarbij af tot ca. 50%. De
neerslagkansen nemen langzaam iets toe, naar ca. 30-40% aan het einde
van de periode.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI