Guidance modelbeoordeling voor Nederland

26-03-2023 01:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 27 maart 2023 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 26 maart 2023 om 01.50 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een zadelgebied met het centrum om 00 UTC boven het het westen van de
FIR beweegt oostwaarts. In de rug die zich vannacht boven ons land
bevindt ligt een oost-west georienteerde convergentielijn
(waarschijnlijk een oude occlusie) boven het zuiden van het land. Iets
noordelijk van de occlusie ligt een oost-west georienteerde zone met
vochtige lucht, ongeveer van Twente naar Noord-Holland. Deze zone wordt
later vannacht en in de ochtend gekenmerkt door een band met (lage)
grenslaagbewolking. Overdag trekt een lagedrukgebied over België
oostwaarts. De bijbehorende frontale zone bevindt zich in de ochtend en
middag over de zuidelijke helft van het land. Met het oostwaarts
wegtrekken van het laag zien we de activiteit er in de tweede helft van
de middag vrij snel uit gaan. Noord van het laag wordt met een
aantrekkende noordelijk stroming steeds koudere en drogere lucht
aangevoerd. Maandag beweegt het centrum van een hogedrukgebied over de
Britse Eilanden zuidoostwaarts en ligt maandagavond al boven het noorden
van Frankrijk, het houdt dan wel een uitloper tot over de westelijke
Noordzee. Tegelijkertijd beweegt een Polar Low over het zuidwesten van
Noorwegen zuidoostwaarts richting Denemarken, alwaar het later in de
maandagmiddag en -avond overheen trekt. In een stevige noordwestelijke
stroming wordt maritiem arctische lucht vanaf de Noordzee over ons land
aangevoerd, de koudste bovenluchten bevinden zich boven het noordoosten
van de FIR.

MODELBEOORDELING:
De grootschalige ontwikkelingen zijn consistent, maar in de details zijn
er verschillen. In de grenslaagbewolking aan de westkant van het laag
boven de Noordzee zijn er de gebruikelijke verschillen in basishoogte.
De positie van de convergentielijn is consistent in de uitvoer, de lijn
is goed herkenbaar aan een band met lage bewolking. In de baan van het
laag dat overdag over België beweegt zijn er weinig verschillen. De
noordelijke begrenzing van de neerslag ligt grofweg op de lijn
Amsterdam-Enschede. Aandachtspunt voor de maandag zijn de winterse buien
die ontstaan in de maritiem arctische lucht, de diepste convectie
bevindt zich in het noordoosten en alle modellen komen met signaal voor
hagel. Ander aandachtspunt bij de buien zijn de uitschieters. De
Harmonies berekenen zware windstoten, hetgeen gezien de onstabiele
profielen goed te verklaren is, 's nachts alleen boven zee, overdag ook
boven land.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de loop van de middag seinen voor NO 6 Bft, geleidelijk draaiend naar
NNW in de nacht naar maandag. Verder gaan vanaf de nacht naar maandag de
uitschieters in de buien een belangrijke rol spelen. We zien de hoogste
uitschieters daar waar de diepste convectie optreedt, oftewel in het
noordoosten van de FIR. In de nacht blijven de windstoten nog op de
Noordzee maar overdag door de dagelijkse gang ook boven land. De
Harmonies komen met zware windstoten tot ca. 80 km/u, dit zal echter
zeer lokaal zijn, we noemen bij de buien boven het noorden en oosten als
prikwaarde 65 km/u. Opvallend overdag ook de strook met weinig wind aan
de lijzijde van het IJsselmeer richting de Veluwe. Dit kan verklaard
worden dat er boven het (relatief warme) IJsselmeer een continue aanmaak
is van convectieve bewolking/buien waardoor aan de lijzijde overdag
boven land geen thermiek op gang komt en de wind dus duidelijk
achterblijft t.o.v. gebieden waar er wel instraling van de zon is. Meer
naar het zuidwesten staat er maandag ten eerste minder gemiddelde wind
en is de onstabiliteitsdiepte een stuk minder diep, waardoor ook de
uitschieters daar beduidend minder hoog zijn.

BEWOLKING:
Vannacht aanvankelijk nog een enkele Cb, maar van het zuiden uit steeds
meer gelaagde frontale bewolking op nadering van het laag dat over
België heen gaat trekken. In een west-oost georienteerde zone van
Noord-Holland, via Flevoland naar Twente steeds meer lagere bewolking
met ook steeds meer lage stratus. Boven het noorden van het land
Sc-bewolking, verder naar het noorden in de FIR geleidelijk ook steeds
meer opklaringen. Overdag boven het noorden van de FIR weinig bewolking,
in het noorden van het land dus ruimte voor de zon. In het midden en
zuiden bewolkt met de laagste basis nog steeds over het midden. In de
loop van de middag en avond trekt de bewolking geleidelijk naar het
zuidoosten weg. Boven de Noordzee steeds meer convectieve bewolking,
opvallend is ook de wolkenstraat die ontstaat aan de lijzijde van het
IJsselmeer. In de nacht naar maandag en maandagochtend wordt de
convectie steeds dieper, in het noordoosten tot uiteindelijk ca. FL200,
in het zuidwesten tot ca. FL100. In de loop van maandagmiddag en -avond
neemt de onstabiliteitsdiepte door de opwarmende bovenluchten
geleidelijk aan weer kleiner.

NEERSLAG:
Vannacht nog een enkele bui, maar van het zuiden uit steeds meer
stratiforme neerslag. In het zuiden valt tot en met vanavond 10-15,
plaatselijk 20 mm. Vanaf de nacht naar maandag ontstaan er geleidelijk
steeds meer buien, aanvankelijk lichte buien, maar geleidelijk aan ook
wat stevigere buien. De buien gaan gepaard met hagel en natte sneeuw. In
het noordoosten is overdag ook onweer mogelijk, elders is daarvoor de
onstabiliteitsdiepte niet voldoende. Accumulatie is niet waarschijnlijk,
de temperatuur ligt daarvoor net wat te hoog, wellicht alleen kortdurend
bij een hagelbui. Aandachtspunt is wel de buienstraat die aan de
lijzijde van het IJsselmeer ontstaan, als daar continu hagelbuien (of
natte sneeuw) overheen trekken ligt plaatselijke gladheid in dat
gebiedje wat meer voor de hand. In het zuidwesten is de buienactiviteit
lager en zijn de buien minder actief. In de tweede helft van
maandagmiddag lijken de buien geleidelijk te verdwijnen en maandagavond
is het droog.

ZICHT:
Vannacht in de genoemde zone met lage bewolking matige, mogelijk slechte
zichten, net noord daarvan is plaatselijke mist niet uit te sluiten. In
de frontale neerslag waarschijnlijk naar matig teruglopende zichten.
Verder in de polaire, later arctische lucht uitstekende zichten, in
winterse buien op maandag kortdurend matige, mogelijk slechte zichten.

TEMPERATUUR:
Als de wind in de nacht naar maandag wegvalt temperatuur tot rond het
vriespunt (wat lager dan in de uitvoer). Tweg komt met uitzondering van
enkele stalen bruggen niet onder nul.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI