Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 19 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 13 maart 2023 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 12 maart 2023 om 23.47 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidoostflank van een complex laag ten westen van Ierland wordt
met een zuidwestelijke stroming vrij zachte lucht aangevoerd. Het
bijbehorende warmtefront passeert ons land komende nacht. In de warme
sector wordt met en stevige zuidwestelijke stroming maritiem tropische
lucht aangevoerd. In de loop van vanochtend passeert het koufront, dat
in de middag mogelijk door golfvorming nog even boven het uiterste
zuidoosten blijft slepen. Achter het koufront blijft de aangevoerde
lucht in een 'valse warme sector' vochtig. Aan het einde van de avond en
in de nacht naar dinsdag passeert een kortgolvige hoogtetrog. Een
secundair laagje trekt in de nacht van maandag op dinsdag van de Engelse
oostkust naar het noorden van de FIR. Aan de zuidflank van dit laagje
zwaait een N-Z georienteerde occlusie van west naar oost over het land.
Na passage van de occlusie draait de stroming naar noord tot noordwest
en de stroming neemt in kracht toe. Aan het einde van de middag en in de
avond trekt een indraaiende occlusie van noordwest naar zuidoost.

MODELBEOORDELING:
De modellen zijn wat timing van de frontale zones en neerslagpatronen
redelijk consistent. Wat betreft de wind zijn de modellen minder
consistent. Vandaag bereikt een eerste windpiek op in de 'valse' warme
sector. Er staat een sterke gradient en wanneer er instraling bij komt
is er met name in de kustprovincies kans op zware windstoten. Wat opvalt
is dat de windstoten boven land hoger zijn dan boven zee (waaronder ook
Waddenzee en IJsselmeer), hetgeen goed te verklaren valt door enerzijds
de ruwheid van het landoppervlak en anderzijds door sterkere dynamische
uitwisseling boven het opwarmende land, wanneer de dagelijkse gang
significant is. Tussen de modellen zien we echter nog wel verschillen,
waarbij Hap2/Ha43 zoals vaak in Noord-Holland wat aan de forse kant
lijkt. EC heeft de piek meer op het moment dat de dagelijkse gang en
uitwisseling een rol gaat spelen. Een tweede mogelijke piek treedt
mogelijk op tijdens de dinsdagochtend. Positie en vorm van het laagje
met bijbehorende trog vertonen echter nog vrij grote verschillen van run
tot run, waardoor de onzekerheid voor de dinsdag nog groot is. In de
laatste EC-run is het stevig windveld wat eerder te zien was helemaal
verdwenen, het hangt dus van subtiele verschillen af en blijft een
aandachtspunt. Bij de indraaiende occlusie op dinsdag in de namiddag en
avond toenemende kans op enkele winterse buien, mogelijk het hagel en
onweer.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de warme sector gaat de wind aan de kust naar een dikke ZW 7 Bft. In
het westen en noorden is er in de loop van vanochtend en vanmiddag
vooral boven land kans op zware windstoten van 75-90 km/u. Landinwaarts
komt er door sterke uitwisseling vooral in de middag een behoorlijk
vlagerige wind te staan. Dinsdagochtend zien op de occlusie een gebied
met zware windstoten over de zuidelijke helft van het land oostwaarts
trekken, nu zelfs met de zwaarste windstoten in Limburg. Aan de
westflank van de occlusie opnieuw een krachtig windveld, dan zware
windstoten in het noordelijk kustgebied. In de laatste run is dit weer
behoorlijk minder fors, maar het is wel een aandachtspunt.

BEWOLKING:
Cu/Sc bewolking. Bij en achter het warmtefront een dik stabiel gelaagd
pakket bewolking met op uitgebreide schaal St en Sc/Ac/NS. Ook bij het
koufront een stabiel gelaagd pakket Sc/Ac/NS. Later op maandag ook weer
opklaringen en cumuliforme bewolking Cu/Sc. In de loop van de middag in
de zuidoostelijke helft lokaal TCu en Cb. Toppen FL150, maar als het net
een graad warmer wordt kunnen ze zomaar richting FL250/-40C
doorschieten. Bij de passage van de occlusie op dinsdagochtend een
gelaagd pakket met St/Sc/Ac/NS. Daarna in de polaire lucht Cu/Sc
bewolking en bij de indraaiende occlusie enkele Cb's met toppen tot
FL220/-45C.

NEERSLAG:
Op het warmtefront in de nacht naar maandag enkele mm stratiforme regen.
Op het koufront maandagochtend eveneens stratiforme neerslag, het
profiel is stabiel van opbouw. In de middag door dagelijkse gang in het
zuidoosten kans op een (onweers)bui in een regime met 300-500 J/kg CAPE
en 30-35 kn schering, goed georganiseerde buien indien de entrainment
niet teveel impact heeft (profielen zijn vrij droog). Net over de grens
is de schering hoger, daar ligt de convectieve modus tegen het
supercell-regime aan, dus dit is wel een kortdurend aandachtspunt voor
Limburg vanmiddag. Daarna op nadering van de hoogtetrog eveneens enkele
buien. CAPE dan 200-400 J/kg en 25-30 schering; convectieve modus
multicel. Bij de occlusie dinsdagochtend wederom enkele mm stratiforme
neerslag. In de polaire lucht dinsdagmiddag en -avond buien, mogelijk
met onweer en hagel, in een regime met 200-400 J/kg CAPE en 20 kn
effectieve schering; multicel.

ZICHT:
Op het warmtefront matige tot slechte zichten, in de warme sector sterk
verbeterend, maar boven zee mogelijk nog matig. In de kustgebieden bij
het warmtefront mogelijk mist, hoge dauwpunten, relatief koud zeewater.
Daarna bij de occlusie en in buien matige zichten.

TEMPERATUUR:
Vanmiddag in het zuidoosten waarschijnlijk 16-17°C. Dinsdagavond snel
dalende temperaturen en in/na winterse buien kans op gladheid.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI