Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 22 oktober 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 21 oktober 2016 om 18.01 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een sturend laag (zowel aan de grond als in de bovenlucht) met de kern
om 15 UTC boven Noordwest-Duitsland beweegt heel langzaam zuidwaarts
langs onze oostgrens. Morgen trekt het laag oostwaarts en vult dan op.
Het hoogtelaag ligt vrijwel stationair boven Noord-Duitsland. Een om het
laag ingedraaide occlusie ligt om 15 UTC boven het noordoosten van ons
land en trekt geleidelijk zuidwaarts en zou het zuidwesten aan het einde
van de nacht moeten verlaten. Morgen overdag trekt een volgende
randstoring (ontstaan door een hoogtetrogje dat zich gaat afsplitsen tot
een klein hoogtelaagje) noord van het sturende hoogte laag westwaarts,
maar dit systeem lijkt een wat noordelijker koers te volgen. De Wadden
en mogelijk ook het noorden van het land zouden hier morgenavond mee te
maken kunnen krijgen. In de nacht naar zondag blijft deze storing,
overigens weinig actief, boven het noorden van het land liggen.

MODELBEOORDELING:
De hierboven beschreven synoptische situatie zien we in alle modellen
terug. De verschillen in positie van de kern van het laag en de
randstoring zijn niet groot. Het belangrijkste verschil zit in de
weergave van de bewolking. Hirlam 5/8 lijkt teveel bewolking te
berekenen met op veel plaatsen in het oosten en zuidoosten mistbanken
(stralingsmist). De beide Harmonie-runs laten veel meer lage bewolking
zien, waarbij Harm36 dit op veel plaatsen tot aan dek laat zakken. We
gaan ervan uit dat beide processen (zakken van de wolkenbasis tot aan
dek en stralingsmist) mogelijk zijn en hebben nevel, laaghangende
bewolking en mist(banken) in de verwachtingen opgenomen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Ten noorden van het laag dat vanavond en vannacht langs de oostgrens
trekt zien we de gradient in het noordelijk kustgebied tijdelijk
toenemen tot 6 Bft.

BEWOLKING:
In het zuidwesten eerst nog opklaringen. Bij de occlusie een dik
frontaal pakket, lokaal ook wat stratus. Tevens vooral aan de voorzijde
enkele verscholen Cb's, toppen FL100-FL150. Ook boven zee nog enkele
Cb's waarvan de toppen vanuit het noorden wel geleidelijk steeds lager
worden, van FL180 in het zuiden tot FL100-FL150 in het noorden. Morgen
overdag neemt de onstabiliteitsdiepte opnieuw toe naar FL150-180. Achter
de occlusie SC en later vanavond en vooral vannacht toenemende kans op
(lage) ST en in opklaringen ook mist(banken). Morgenochtend op meerdere
plaatsen ST (eventueel ook door optrekkende mist), in de middag stijgend
naar SC/CU onder een inversie rond 4000 vt. Aandachtspuntje is eventuele
stratus die zich boven het IJsselmeer lang kan handhaven bij
watertemperaturen rond 11 C (zie ook Harmonie-uitvoer). Waarschijnlijk
is 11 C genoeg om de stratus te doen oplossen (vandaag gebeurde dat
boven land in ieder geval wel). Bij de randstoring opnieuw een wat meer
gelaagd pakket en mogelijk wat stratus. In de nacht naar zondag buiten
de randstoring opklaringen.

NEERSLAG:
Bij de occlusie af en toe lichte tot matige regen, aan de voorzijde ook
enkele verscholen buien. Bij de randstoring kan vooral in de nacht naar
zondag in het noorden wat regen voorkomen.
Boven zee voortdurend kans op enkele geisoleerde buien, bij de
afsplitsende hoogtetrog kan de buiigheid morgen later op de dag weer wat
activeren. Onweer is daarbij niet geheel uitgesloten, hebben we vandaag
ook gezien.

ZICHT:
In de polaire lucht goede zichten, in neerslag matig soms slecht.
Komende nacht en ook in de nacht naar zondag kans op mist(banken). Voor
komende nacht is zowel stralingsmist als (turbulentie/advectie)stratus
die tot aan dek zakt, mogelijk. Dit is afhankelijk van de hoeveelheid
opklaringen die achter de occlusie binnen zouden moeten komen. De
verzadigde laag zou zomaar 1000 vt dik kunnen zijn. In de nacht naar
zondag gaat het louter om stralingsmist met een meer geringe diepte. De
vraag is hoe diep die mistbanken worden. Er staat in ieder geval weinig
wind, voor vannacht geldt dat er ook nog neerslag is gevallen. Beide
nachten maken kans op verkeersbelemmerende mist, moeilijk in te schatten
hoe groot die kans is en voor welke provincie.

TEMPERATUUR:
Minima komende nacht in opklaringen lokaal mogelijk dicht bij het
vriespunt (Tn 1-2 C), in de nacht naar zondag in opklaringen
waarschijnlijk op meerdere plaatsen in het midden en zuiden iets onder
het vriespunt.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI