Guidance modelbeoordeling voor Nederland

20-10-2016 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 21 oktober 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 20 oktober 2016 om 05.27 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag (zowel aan de grond als in de bovenlucht) met de kern om 03 UTC
net ten oosten van Hannover verandert de komende periode maar weinig van
plaats. Rond het laag draaien af en toe kleine, secundaire kernen
cyclonaal rond en trekken soms over onze omgeving. Occlusierestanten
zijn ook om het laag heen gedraaid en deze trekken ook af en toe over
ons aandachtsgebied. Meest herkenbare occlusie-band ligt 03 UTC van
Groningen via Sleeswijk-Holstein naar het zuiden van Zweden en trekt
langzaam zuidwestwaarts, waarbij de orientatie steeds verder kantelt
naar noordwest-zuidoost. Rond 12 UTC wordt deze band ongeveer van Texel
naar Arnhem verwacht en rond 16 UTC verlaat deze het land. Tussen 09 en
15 UTC trekt bovendien een zwakke hoogtetrog van noordoost naar zuid
over het land. Ten noordoosten van deze occlusie lijken er geleidelijk
weer opklaringen te komen. Een volgende secundair laagje trekt vrijdag
overdag over het uiterste westen van Duitsland zuidwaarts.

MODELBEOORDELING:
De hierboven beschreven synoptische situatie zien we in alle modellen
terug. Maar er zijn wel degelijk verschillen op kleinere schaal te zien.
Die verschillen hebben dan te maken met de positie en timing van de
secundaire kernen en occlusierestanten wat uiteraard van invloed is op
de wind- en neerslagpatronen die soms sterk uiteenlopen. Het is lastig
aan te geven welk model het beste gevolgd kan worden. Veel meer dan dat
valt er niet over te zeggen of het zou moeten zijn dat het niet
verstandig is om de uitvoer van welk model dan ook nu deterministisch te
gebruiken.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Uitstaande waarschuwingen voor de kustdistricten, noordelijk 6 Bft. Kans
op een kleine 7 Bft aan de voorzijde van de occlusie. Verschillen worden
veroorzaakt door verschillen in positie van de secundaire laagjes.

BEWOLKING:
Bij de occlusies kans op verscholen Cb's, vooral in de kustgebieden.
Verder vooral nabij de occlusie in het aanvoergebied lokaal ook St,
vanochtend vooral in het oosten en zuidoosten waar het regengebied
overheen getrokken is. Modellen geven hiervoor ook een stevig signaal.
Mogelijk blijft de St in Zuid-Limburg hardnekkig aanwezig, ook in de
middag. Boven land wordt de opbouw overdag onstabiel, maar het is de
vraag hoe diep de onstabiliteit reikt. Mogelijk kan de genoemde
hoogtetrog voor een kleine extra forcering zorgen.
Vrijdag bij de occlusie gelaagde bewolking en grote kans op St in het
oosten en zuidoosten.


NEERSLAG:
In het oosten en zuidoosten af en toe regengebieden van de indraaiende
occlusies. Vanaf zee in de noordelijke aanvoer buien. Onweerskansen zijn
klein, maar gezien de progtemps niet helemaal uitgesloten. Heel af en
toe wordt een ontlading waargenomen. Boven land is de kans nog kleiner.
CAPE is meest 200-400.
Vrijdag overdag krijgt vooral het noordoosten en oosten mogelijk te
maken met de neerslag van een volgende occlusie-restant. Het westelijk
deel hiervan trekt in de middag waarschijnlijk afzakkend over het land
zuidwaarts.

ZICHT:
In de polaire lucht goede zichten, in neerslag matig tot slecht.
Aandacht voor de opklaringsgebieden waarin, als de wind voldoende is
afgenomen, vrij makkelijk mistbanken kunnen ontstaan. modellen geven
hiervoor een signaal. Dit geldt nog sterker voor de nacht van donderdag
op vrijdag.

TEMPERATUUR:
Minima komende nacht onder optimale omstandigheden lokaal rond het
vriespunt, Harmonie38 geeft dit zeer lokaal en is in polaire lucht vaak
het beste model.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI