Guidance modelbeoordeling voor Nederland

09-02-2023 17:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 10 februari 2023 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 09 februari 2023 om 15.32 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een koufront (Td 4-5°C), om 16 UTC van Groningen naar Zeeland trekt
oostwaarts. Rond 00 UTC passeert het koufront (aan de grond, op 850 hPa
eerder) het zuidoosten. Na passage stroomt met een west- tot
noordwestelijke stroming maritiem polaire lucht het land binnen, die
onderin wat vochtiger is. Vannacht schampt een NW-ZO georiënteerde
occlusie het noordoosten van de FIR. Een ONO-WZW georiënteerd
warmtefront bereikt vrijdagmiddag het noorden van de FIR, vrijdagavond
het noorden van het land en zaterdagochtend het zuidoosten. Het
warmtefront is diffuus door de nabijheid van een hoog boven Frankrijk en
kan nog het beste gevolgd worden in TPW.

MODELBEOORDELING:
Met name HAP1 en HA40 laten vanavond direct noord van het front een
groot mistgebied ontstaan in de opklaringen en bij zwakke wind. Overige
modellen laten wat meer lokaal mist ontstaan, waar we voorlopig van uit
gaan. Vorming van mist is afhankelijk van de mate van ontkoppeling. Met
name op enige hoogte (250 vt 10-15 kn) blijft wat wind staan, vooral in
het noorden. Er stroomt echter wel duidelijk vochtigere lucht het land
binnen. Ook voor vrijdag overdag schetst HAP1 (en in mindere mate HA40)
het meest pessimistische weerbeeld, waarbij de stratus niet oplost. De
ervaring heeft geleerd dat dit waarschijnlijk te negatief is. Neemt niet
weg dat het hier en daar tot begin van de middag kan duren voordat de
bewolking is opgelost. Bij het warmtefront zien we in de nacht naar
zaterdag veel St ontstaan en later ook in de warme sector. HA40 en EC
zijn vermoedelijk te positief gezien het tijdstip van doorkomen.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de loop van vrijdagmiddag 6 Bft in de kustdistricten (waarschijnlijk
net niet in Vlissingen en HvH). Op de noordelijke Noordzee dan 7 Bft,
waarschijnlijk ook net op Texel en Rottum. Zaterdag neemt de wind
geleidelijk weer af.

BEWOLKING:
Actueel St op het koufront, HA43 en UWC0 hebben dit het beste. Boven
land laten de modellen de St uitbreiden en de bases zakken (door
afkoeling en verzadiging). Vrijdag overdag is er regionaal
waarschijnlijk sprake van mist die overgaat in St en vervolgens oplost,
lokaal pas begin van de middag. Bij de occlusie en het warmtefront
hoofdzakelijk (lage) Sc, kleine kans op St. Boven land steeds meer St
(ook beneden 500 vt) bij het warmtefront en dieper in de warme sector.

NEERSLAG:
Bij het koufront plaatselijk kans op lichte motregen. Dikte wolkenpakket
is ca. 4000 vt. Bij de occlusie en mogelijk ook bij het warmtefront
plaatselijk wat lichte regen, zal ook weinig voorstellen. In de warme
sector eveneens plaatselijk lichte regen.

ZICHT:
Belangrijkste aandachtspunt is de ontwikkeling van het zicht na passage
van het koufront. Met een zwakke wind, iets vochtigere lucht en
opklaringen zijn de ingrediënten voor mist aanwezig. HAP1 en HA40 laten
NW van het front op de meeste plaatsen mist ontstaan, m.u.v. van
uiterste noordwesten (daar waarschijnlijk teveel wind). UWC0, HA43 geven
alleen in het oosten mist (meest vochtige lucht). De onzekerheid ligt
ook in de mate van ontkoppeling, de praktijk leert dat de ontkoppeling
vaak wat sterker is dan de modellen berekenen. Vrijdag eind
ochtend/begin middag moet het op de meeste plaatsen weer verbeterd
zijn.

TEMPERATUUR:
Vannacht landinwaarts lichte vorst. Op plaatsen waar (diepe) mist
ontstaat, zal dat waarschijnlijk niet gebeuren. Door de relatief hoge
dauwpuntstemperaturen is in de nacht naar vrijdag condensatiegladheid
een aandachtspunt. In het wegdekmodel (geforceerd door HA40) komen de
wegdektemperaturen alleen in het uiterste noorden onder het vriespunt,
daar komen opklaringen en geen mist voor. In mistgebieden komt Tweg door
tegenstraling niet onder nul. Alle modellen geven op andere plaatsen
mist, dus het is moeilijk om de kans op gladheid echt te regionaliseren.
Daar waar plaatselijk motregen valt, speelt bevriezingsgladheid
natuurlijk ook een rol.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI