Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-01-2023 18:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 30 januari 2023 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 29 januari 2023 om 18.33 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Ons aandachtsgebied bevindt zich in een westelijke stroming. Hierin ligt
een ONO-WZW georienteerde, zwakke occlusie boven de zuidoostelijke
helft. Deze trekt langzaam verder zuidoostwaarts. Intussen komt van het
noordwesten uit een volgend occluderend frontensysteem naderbij. Rond 21
UTC ligt dit systeem ONO-WZW georienteerd boven het noordwesten van de
FIR en gedurende de nacht en ochtend trekt dit systeem over het land,
waarbij de eerste occlusie wordt ingehaald. Daarachter komt een stevige
noordwestelijke stroming te staan met aanvoer van maritiem polaire
lucht. Maandag in de loop van de ochtend trekt een trog over de
oostelijke Noordzee en het noorden van ons land zuidoostwaarts.
Maandagavond nadert een trekrug van het westen uit die in afgezwakte
vorm in de nacht naar dinsdag passeert. Dinsdagochtend bereikt een
volgend zwak front het westen en noordwesten.

MODELBEOORDELING:
Qua condities bij de fronten is HA40 iets te rooskleurig. Het zit tussen
HA40 en HA43 in. De windstoten van maandagochtend zijn een
aandachtspunt. Deze worden door de Harmonies wat zwaarder aangezet dan
in EC. Als gevolg van mechanische turbulentie zullen de windstoten in
het noordelijk kustgebied waarschijnlijk niet boven de 90 km/uur
uitkomen. De zwaarste windstoten zijn gekoppeld aan de buien.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
7 Bft in de noordelijke kustdistricten. Maandag na frontpassage
toenemende wind met een piek aan het einde van de ochtend en
waarschijnlijk 8 Bft in het noordelijk kustgebied. Vooral tijdens buien
zijn dan zware windstoten mogelijk van 80-90 km/uur in het Waddengebied.
We komen dan enkele uren dicht bij de criteria voor code geel (zeer
lokaal) in de noordelijke kustgebieden. Later op maandag weer een
afnemende wind op nadering van de rug.

BEWOLKING:
Velden Sc. Nabij de occlusie ook St. Met de occlusie trekken de
slechtste condities later vanavond zuidoostwaarts. Op passage van het
volgende frontale systeem op uitgebreide schaal St, maar dan vooral wat
dieper landinwaarts. De westelijke provincies lijken vannacht wat betere
condities te houden t.o.v. de rest van het land (minder neerslag, warmer
oppervlak). Op de trog maandag in het noordoosten de hoogste toppen, tot
FL180 (linkeruitgang van de jetstreak). In de nacht van maandag op
dinsdag is de snelheid waarmee de (middelbare) bewolking toeneemt van
belang voor de ontwikkeling van de temperatuur. Op het frontale systeem
SC/AS toppen FL100-120, in het oosten tot FL150.

NEERSLAG:
Bij de occlusie en het daaropvolgende frontale systeem overwegend
(coalescentie)neerslag. Op de trog een aantal buien, in het (uiterste)
noordoosten mogelijk met korrelhagel en een klap onweer. CAPE 200-500
J/kg in NO, 20-30 knopen effectieve schering, multicel. Naar het
zuidwesten toe duidelijk minder buien. Op het occluderende systeem van
dinsdag plaatselijk wat regen.

ZICHT:
In motregen matig tot slecht zicht, nabij de occlusie ook in nevel.
Maandag in buien kortdurend matig, mogelijk slecht zicht.

TEMPERATUUR:
T loopt voor het koufront uit vannacht langzaam op, na koufrontpassage
in het NO weer iets dalend maar nergens onder nul. In de nacht naar
dinsdag kan het in het oosten lokaal iets onder nul komen als het lang
genoeg opgeklaard blijft. Van het westen uit loopt de temperatuur in de
loop van die nacht op (bewolkingstoename).



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI