Guidance modelbeoordeling voor Nederland

25-01-2023 17:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 26 januari 2023 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 25 januari 2023 om 18.16 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied ten zuidwesten van de Britse Eilanden bouwt
geleidelijk verder op richting Scandinavie. Ten oosten van het hoog
beweegt een frontaal systeem richting het aandachtsgebied. Het
warmtefront ligt inmiddels boven het noordwesten van onze FIR en wordt
vrij vlot gevolgd door het koufront. Na passage van het koufront draait
de W-ZW stroming naar N-NW en wordt maritiem polaire lucht aangevoerd.
Het occluderend frontensysteem verlaat in de loop van morgen het
uiterste zuidoosten. Donderdagochtend volgt er nog een zwakke
hoogtetrog.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is de neerslagsoort bij het front. Daarvoor is de
uitgangssituatie in de modellen belangrijk. Qua temperatuur en
wolkenbasis zitten de modellen er momenteel niet goed op, HA43/HAP1
benaderen de T2m het best. De berekende opklaringen in HAP1/HA40 gaan er
niet komen. Daarmee zullen de wegdektemperaturen zeer waarschijnlijk tot
en met frontpassage boven nul blijven. We gaan tevens uit van een T2m <
0 in het zuidoosten van het land tijdens frontpassage. Vervolgens zijn
de temperatuur van de wolkentoppen (i.v.m. ijskristallen) en de
dikte/magnitude van een evt. smeltlaag onzekere factoren. Maar beide
variabelen geven in eerder genoemd gebied aanleiding tot een reële kans
op onderkoelde motregen. In de diverse NESO's lijkt het ijzelsignaal
echter overdreven vanwege het feit dat de skintemperatuur van alle
modellen tijdens neerslag onder nul ligt. Vooralsnog code geel voor de
zuidoostelijke helft, Utrecht, Overijssel, Noord-Brabant, Gelderland en
Limburg. Na frontpassage is op koude punten bevriezingsgladheid niet
geheel onwaarschijnlijk, maar vooralsnog onvoldoende om een waarschuwing
te geven.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op het koufront gaat de wind scherp om naar noord. We zien nog een
gering timingsverschil (max. een uur) in de modellen. Donderdag later 6
Bft in de westelijke kustdistricten.

BEWOLKING:
Een uitgestrekt pakket Sc/St-bewolking, op veel plaatsen beneden 500 vt.
De kans op opklaringen blijft erg klein. Bij het front St, ook onder de
500 vt, waarbij dus de dikte van het pakket en de toptemperaturen
kritisch worden met betrekking tot de neerslagsoort. In de polaire
lucht aan de achterzijde Cu, Sc en een enkele TCu tot FL080.

NEERSLAG:
In de modellen zijn bij het front aanvankelijk 2 neerslaggebieden te
onderscheiden, te koppelen aan warmtefront en koufront. Afgaande op
neerslagintensiteiten, toptemperaturen en progtemps lijkt het te gaan
verlopen als volgt. Aanvankelijk iets voor het front uit (onderkoelde)
motregen, op het front mogelijk overgaand in (natte) sneeuw. Het front
lijkt vooral richting het zuidoosten steeds meer in betekenis af te
nemen waarbij ook weer toppen van de bewolking warmer worden waardoor
evt. sneeuw weer in onderkoelde motregen zou kunnen overgaan. In het
kritische gebied (zuidoosten) lijken de neerslagduur en intensiteit
voldoende om ook op een wegdek boven nul gladheid te kunnen krijgen
a.g.v. sneeuw en onderkoelde motregen. Na frontpassage enkele lichte
buien (geen gladheid meer).

ZICHT:
Sterk nevelig, in de Limburgse heuvels kans op mist. Ook bij het front
en in neerslag slechte zichtcondities. Na frontpassage goede zichten.

TEMPERATUUR:
Zie modelbeoordeling.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI