Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 07 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 24 januari 2023 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 23 januari 2023 om 10.53 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoog boven Zuid-Scandinavië heeft een noordoost-zuidwest
georienteerde uitloper naar het zuiden van Engeland. De stroming in ons
aandachtsgebied is eerst nog noordoostelijk, rondom een grootschalig
laag boven Zuidoost-Europa, en voert langzaam vochtige lucht aan
(brongebied Oostzee). Het weer speelt zich grotendeels in de grenslaag
af. Een occlusie (herkenbaar aan hogere theta-w 850 hPa en wat lichte
neerslag) ligt NO-ZW-georienteerd dwars boven ons land en verplaatst
zich nog iets verder westwaarts. Het system blijft tot en met dinsdag
boven onze omgeving aanwezig. Deze occlusie wordt steeds zwakker en de
neerslagactiviteit hierop verdwijnt geleidelijk. De rug/uitloper
verplaatst zich langzaam zuidwaarts en komt dinsdag boven het noorden
van ons land te liggen, waardoor de stroming geleidelijk zuidoostelijk
wordt en de aangevoerd lucht droger wordt. Een warmtefront (NO-ZW
georiënteerd) bereikt woensdag 06 UTC het uiterste noorden van de FIR.

MODELBEOORDELING:
De modellen hebben de grenslaag niet goed te pakken. HAP1/H43 hebben te
veel en te laag, H40 heeft te weinig, EC komt in de richting, maar heeft
de bewolking in het zuidoosten te laag. Door dagelijkse gang lift de
bewolking in de loop van de dag, om vervolgens in de nacht naar dinsdag
weer te dalen naar ST-niveau. In het noorden, (ten noorden van de
occlusie) is in een mogelijke opklaring komende nacht kans op mist, maar
dit zit alleen in H40/KEPS. Er zitten wel opklaringen boven het noorden
van de FIR, maar of die het noorden van het land halen is maar de vraag.
Later op dinsdag lijkt vanuit het zuidoosten de bewolking iets op te
lossen, maar de modellen lopen hier nog uiteen. In het brongebied in
Duitsland is op dit moment veel bewolking aanwezig. Door subsidentie zou
de bewolking dan moeten gaan oplossen, maar onderin kan nog steeds vocht
en bewolking aanwezig blijven. Vaak is digitale subsidentie effectiever
dan de natuurlijke versie. In die brede opklaringen laat met name H40
veel mist ontstaan. Bij de occlusie valt wat lichte motregen. Dit geeft
HAP1 ook aan. HAP1 is nog steeds te koud, waardoor dat model ook met
allerlei winterse neerslagsoorten op de proppen komt. Komende nacht
geeft het wegdekmodel in opklaringen temperaturen van het wegdek onder
nul. De vraag is alleen hoe nat het wegdek dan nog zal zijn.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Zie modelbeoordeling. Opklaringen dinsdagavond in het oosten zijn erg
onzeker.

NEERSLAG:
Zie modelbeoordeling. Lichte motregen vanochtend nog mogelijk. Daarna
lijkt het droog te blijven.

ZICHT:
In de nacht naar dinsdag in eventuele opklaringen in het noorden kans op
mist. Dit laat H40 met de meeste opklaringen het duidelijkste zien.
Dinsdagavond is er met name in het (zuid)oosten als het daar opklaart
kans op mist. Is allemaal nog maar de vraag.

TEMPERATUUR:
Harmonie is op de meeste plaatsen te koud; HAP1 geeft de laagste waarden
weer. EC komt het beste in de buurt. In de nacht naar dinsdag kan het in
opklaringen in het noorden onder het vriespunt komen, maar eventuele
vorming van mist kan de afkoeling afremmen. Dinsdagavond kan de
temperatuur in het oosten ook enkele graden onder het vriespunt dalen.
Dan moeten die opklaringen echter wel gaan ontstaan (wat onzeker is) en
moet er ook geen mist gaan ontstaan. Deze afkoeling is dus onzeker.
Kansen op gladheid zijn zeer gering.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI