Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 29 december 2022 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 28 december 2022 om 01.16 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
De stroming is zuidwestelijk en voert polaire lucht aan. Een NO-ZW
georienteerd occluderend frontensysteem boven Noordzee beweegt
oostwaarts en trekt vannacht over het noordelijke deel van de FIR. In de
ochtend passeert een trekrug, waardoor dit front niet veel verder komt
dan de lijn Delfzijl-Den Helder, met ten noordwesten ervan dan beduidend
betere condities. In de loop van de ochtend beweegt dit front weer
noordoostwaarts als warmtefront, dat in de tweede helft van de middag
ONO-WZW georiënteerd het noorden van de FIR uit loopt. Het N-Z
georiënteerde koufront trekt in de tweede helft van de avond en in de
eerste helft van de nacht naar donderdag oostwaarts over ons gebied, op
de voet gevolgd door een occlusie die nu nog duidelijk afzonderlijk op
de Atlantische Oceaan herkenbaar is, maar tegen donderdag vrijwel
helemaal op het koufront is ingelopen. Donderdagochtend volgt nog een
backbent-occlusie. Donderdagavond nadert van het westen uit een
hoogtetrog.

MODELBEOORDELING:
De modellen lopen voor de gehele verwachtingsperiode weinig uiteen
v.w.b. de neerslagpatronen en windvelden. De onzekerheid in de meest
zuidelijke positie van het occluderende front is niet heel groot. De
lage bewolking wordt door EC onderschat en is in detail bij de
verschillende Harmonievarianten iets verschillend. HA43Vwb betreft de
waarschuwingen is zijn de windstoten het belangrijkste aandachtspunt
(zie wind).

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vlak voor de occlusie 7-8 Bft. De westkust heft aanvankelijk met zware
windstoten te maken, maar deze zijn net geen gele waarschuwing waardig.
Ten westen van de occlusie neemt de wind tijdelijk wat af, om daarna in
de warme sector opnieuw 6 tot 7 Bft te gaan halen. Vlak voor en achter
het koufront is dan opnieuw 8 Bft met zware windstoten mogelijk. De
modellen geven ook hier de windstoten boven 90 km/uur alleen op zee,
maar dit moet wel in de gaten gehouden worden. Mocht de wind een grotere
aanlandige component krijgen, dan kunnen de windstoten mogelijk ook op
de kuststrook waargenomen gaan worden.

BEWOLKING:
In de frontale zone van het occluderende systeem op steeds uitgebreidere
schaal St, met de slechtste condities nabij het slepende front in het
noorden in de ochtend en dan vooral aan de lijzijde van het nog relatief
koude IJsselmeer/de Waddenzee. Dieper in de warme sector tijdelijk
verbeterend (meer menging). Achter het koufront Cu/Sc en enkele CB's,
toppen mogelijk tot ca. FL230 wat verder op de Noordzee (zie EHKV
progtemps).

NEERSLAG:
Met name bij de occlusie, het warmtefront en het koufront regen, in de
warme sector ook motregen als de toppen tijdelijk lager en minder koud
worden (coalescentie). Bij de occlusie direct achter het koufront is de
neerslag deels convectief. Ten westen van het koufront ca. 500 J/kg ruim
boven zee, onweer is daar dan niet helemaal uitgesloten, vooral niet in
de avond als een hoogtetrog nadert.

ZICHT:
Buiten buien goede zichten. In matige neerslag loopt het zicht terug
naar matig tot slecht.

TEMPERATUUR:
Modellen kunnen gevolgd worden, verder geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI