Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 11 oktober 2022 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 10 oktober 2022 om 05.16 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
We bevinden ons aan de westflank van een hogedrukgebied boven
Oost-Europa. Een noordoost-zuidwest georiënteerd koufront bereikt aan
het begin van de ochtend het noordwesten van onze FIR. Tegen de middag
bereikt het front het noordwesten van ons land en verlaat maandagavond
het zuidoosten. Boven de noordelijke FIR trekt er een hoogtetrog achter
het koufront mee naar het oosten. Direct achter het koufront bouwt een
west-oost georiënteerde rug vanuit het Azorenhoog op over het zuiden
van het land. In de loop van dinsdag snoert er uit die rug een
hogedrukgebied af dat dinsdagmiddag over ons land ligt en dinsdagavond
boven Duitsland.

MODELBEOORDELING:
De timing en condities van het koufront verschilt weinig per model.
De grootste onzekerheid zit in mistkansen en temperatuur in de nacht
naar dinsdag. Door de neerslag van het koufront is er vocht aanwezig,
maar de modellen berekenen in meer of mindere mate boven de noordelijke
helft van ons land SC-velden. In het zuidoosten klaart het op en daar
wordt dan ook mist berekend. De hoeveelheid SC is echter wel onzeker en
wordt vaak door de Harmonies wat overschat. Hierdoor zou het ook in het
noorden wat meer kunnen opklaren waardoor ook daar mistbanken kunnen
ontstaan en het wat meer ontkoppeld kan raken met wat lagere
temperaturen (kleine kans op grondvorst) dan door de modellen worden
berekend.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Nabij en achter het front 6 Bft in de loop van maandag in de noordelijke
helft van de FIR. HAP1 geeft een klein signaal voor zeer plaatselijk een
7 Bft, dit verwerpen we voorlopig. In de loop van
maandagmiddag/maandagavond neemt de wind weer af.
Het signaal voor windstoten bij de buien van maandagmiddag in het zuiden
van Limburg wordt steeds meer afgezwakt door de modellen, de zwaarste
windstoten (25 kn) worden nu alleen nog maar in Duitsland berekend.

BEWOLKING:
Bij het frontaal systeem een dun lijntje met Sc 1000-1500 vt. HAP1 geeft
ook nog een signaal voor ST boven land en zee. Boven zee wordt dit
actueel zeer lokaal gemeld. We gaan uit van een kleine kans op ST boven
zee en houden het voor boven land op SC. In het uiterste zuidoosten is
de kans op St door stuw wel iets groter, zoals ook door vooral de
Harmonies berekend worden.
In het zuidoosten kan er maandagmiddag voor het koufront uit nog een Cb
ontwikkelen met toppen FL150. In de nacht naar dinsdag vooral in het
noorden SC-velden. De hoeveelheid opklaringen hierin zijn van belang
voor mistkansen en temperatuur (zie modelbeoordeling).

NEERSLAG:
Bij het koufront meest lichte neerslag, met name in de zuidelijke helft
verpieterend door de invloed van de opbouwende rug achter het koufront.
In de noordelijke helft van de FIR en zeker boven de Duitse Bocht is de
neerslag wat intensiever en mogelijk wat convectiever door de invloed
van de hoogtetrog. Voor het front uit laten de modellen nog enkele buien
ontstaan boven België die mogelijk maandagmiddag het zuidoosten van ons
land nog aandoen.

ZICHT:
Met name in het noorden en boven zee maandag matige zichten in neerslag
(daar iets intensievere neerslag). In de nacht naar maandag kans op
mistbanken, die kans is het grootste in het zuidoosten (zie
modelbeoordeling).

TEMPERATUUR:
HAP1 geeft op een enkele plaats vorst aan de grond in de nacht van
maandag op dinsdag. Dit hangt natuurlijk sterk af van de hoeveelheid
bewolking, maar in een wat langduriger opklaring is het zeker niet
uitgesloten (zie modelbeoordeling).



Paraaf meteoroloog: tuenter
Bron: KNMI