Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Neder

19-02-2016 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 19 februari 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 18 februari 2016 om 23.55 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Op nadering van een zwak NNO-ZZW georiƫnteerd frontaal systeem boven de
Noordzee staat er een zuidelijke stroming boven ons land. Omdat de
(hoogte)stroming met daarin een jet min of meer evenwijdig aan dit
frontale systeem ligt, ontstaan hierin verschillende laagjes. De
oostwaartse verplaatsing vertraagt hierdoor en door de diffluente
bovenstroming neemt de neerslagintensiteit af naarmate de neerslagzone
naar het oosten trekt. Het front vannacht langzaam oostwaarts en pas
laat in de nacht bereikt de frontale zone het oosten en zuidoosten. In
de ochtend verlaat de laatste frontale neerslag het oosten van het land.
Na frontpassage bouwt een rug zich van het westen uit op. In de avond
nadert van het westen uit een volgende frontale storing die in de nacht
naar zaterdag ons land gaat passeren.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch redelijk eenduidig maar daarom niet minder lastig. De
patronen zijn weliswaar tamelijk gelijk, maar kleine verschillen in
timing kunnen bepalend zijn voor de temperatuurdaling ten oosten van het
front, de neerslagsoort en ook de mogelijkheid van gladheid door
bevriezing na passage van de storing. Alle modellen geven een traag
oostwaarts trekkend neerslaggebied aan. Intensiteiten zijn gering en
lijken nog minder te worden. Afkoeling voor het front uit en als gevolg
van de verdampende neerslag zijn er de oorzaak van dat de neerslag met
het oostwaarts trekken een meer winters karakter gaat krijgen (lees:
(natte) sneeuw. Ander aandachtspunt zijn de binnenkomende opklaringen
achter het front. In de polaire lucht en bij weinig wind dan sterke
afkoeling tot lokaal iets onder het vriespunt en wegdektemperaturen ook
iets onder nul.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op nadering van het frontale systeem later op de dag ZW 6-7 nabij onze
kust en 7-8 boven de Noordzee.

BEWOLKING:
In de frontale zone een steeds dikker pakket bewolking, met een
toenemende kans op St. We zien in de waarnemingen op steeds meer
plaatsen St ontstaan.
Overdag van het westen uit een tamelijk ondiepe maritieme grenslaag met
Cu/Sc. Zeer lokaal is een TCu niet uitgesloten. Pas in de avond weer
toename van frontale bewolking en vooral boven zee toenemende kans op
St.

NEERSLAG:
In de westelijke helft lichte regen en motregen, langzaam oostwaarts
trekkend. Boven de oostelijke helft daarbij kans op (natte) sneeuw.
Modellen geven duidelijk signaal, Harmonie iets sterker dan Hirlam.
Neerslaghoeveelheden zijn met name in het oosten gering en is het de
vraag in hoeverre er een sneeuwlaagje kan ontstaan. Hierbij is het ook
de vraag of de grond wel koud genoeg zal zijn. Harmonie wegdek komt wel
onder nul, maar is actueel kouder dan de werkelijkheid.

ZICHT:
Buiten neerslag goed. Tijdens sneeuwval en motregen zal het zicht
afnemen naar matig, soms slecht. Vannacht kort achter de frontale zone
een situatie met scherpe opklaringen, weinig wind, vocht en daarom dan
kans op mist. Iets wat Harmonie en in mindere mate Hirlam ook laten
zien. De vraag is of het op een schaal gebeurt die Harmonie suggereert.
Vaak komt Harmonie na koufrontpassages met teveel mist en St. Timing van
de opklaringen is zeer bepalend voor de tijdsduur en timing van de
afkoeling tegen de ochtend. Overdag zou de mist toch wel weer vrij snel
moeten oplossen.

TEMPERATUUR:
Sterk afhankelijk van de bewolking en neerslagintensiteit. Voor het
front, onder de bewolking, waarschijnlijk geen temperaturen onder nul.
In neerslag mogelijk wel dichtbij nul. Laagste temperaturen
waarschijnlijk in e opklaringen in de nanacht achter het front. Daar dan
lokaal lichte vorst. Eventuele gladheid door bevriezing in het westen is
dan ook een duidelijk aandachtspunt.



Paraaf meteoroloog: tolvd
Bron: KNMI