Guidance middellange en lange termijn

23-04-2022 04:00
Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op zaterdag 23 april 2022 om 05.38 uur

Geldig van maandag 25 april tot zaterdag 07 mei

Synoptische ontwikkeling:
De rest van de maand houden we een geblokkeerd stromingspatroon met
hogedruk tussen Groenland en de Britse Eilanden. De straalstroom blijft
zuidelijk, waardoor storingen zuid van ons over Centraal en Zuid-Europa
(noord)oostwaarts trekken. De aangevoerde lucht is aanvankelijk vrij
warm, maar na zondag wordt er met een noordoostelijke stroming koelere
lucht aangevoerd. Vanaf het weekeinde van 30 april/1 mei lijkt het
hoogtepatroon meer cyclonaal te worden (hoogtetrog boven Scandinavie),
waarbij er een lagedrukgebied vanaf IJsland via de Britse Eilanden
richting onze omgeving trekt. Hierdoor blijft het koel, maar wordt het
wel wisselvalliger.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot het weekeinde van 30 april/1 mei is de zekerheid vrij groot (1
cluster). De enige onzekerheid op meso-schaal is hoeveel neerslag er
gaat vallen bij de passage van een hoogtelaag komende zondag en maandag.
De EPS geeft hierop nu nog een kans (ca. 30%) op 3-10 mm in het
zuidoosten. Dit is overigens beduidend minder dan vorige runs (b.v. 21
april 12 UTC), waarbij er nog leden waren die 15% kans gaven op 10-30
mm. Begin mei zien we in alle clusters (3) een hoogtetrog boven
Scandinavie, waarbij hoge druk zich retrograad beweegt en west van de
Britse Eilanden komt te liggen. Het patroon blijft hierdoor wel
geblokkeerd, maar de neerslagkansen nemen toe naar 30-40%. Aan het einde
van de periode zien we in veel leden een wisselvalligere westelijke
stroming, waarbij het overdag wel koel blijft. Een kleine minderheid
(20-30%) laat opbouw van hoge druk zien boven het continent met daarbij
beduidend hogere temperaturen.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Vanaf maandag een overgang naar een vrij koel weertype met eerst nog een
enkele bui.

De kans op uitgifte van waarschuwingen is voorlopig klein.


Samenvatting EPS-periode:
Grote kans (70-80%) op een weertype met temperaturen onder het langjarig
gemiddelde waarbij de kans op neerslag ongeveer 30-40% is. Aan het einde
van de periode neemt de kans op maxima boven het langjarige gemiddelde
toe naar ca. 30%.



Paraaf meteoroloog: grootn
Bron: KNMI