Guidance modelbeoordeling voor Nederland

16-09-2016 17:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 17 september 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 16 september 2016 om 17.34 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een N-Z georienteerde occlusie ligt tegen de Engelse Oostkust en boven
het uiterste (zuid)westen van de FIR. Een koufront ligt min of meer
stationair nabij het uiterste noorden van de FIR, over de Duitse Bocht
en dan richting Tsjechië. Komende uren ontwikkelt zich een kleinschalig
lagedrukgebied op de zuidelijke Noordzee. Dit gebeurt onder invloed van
een naderende hoogtetrog boven de Britse Eilanden welke afsnoert en
morgenochtend al boven Midden-Frankrijk ligt. Daarnaast speelt het
CISK-mechanisme (drukdalingen a.g.v. latente warmte die vrijkomt door
convectie boven het warme zeewater) mogelijk een rol. Het laagje trekt
nabij de zuidwestpunt van ons land zuidwaarts (en opvullend) naar
Frankrijk. Een uitdiepend laag boven Tsjechië zorgt er dan voor dat
bovengenoemd koufront morgen in de namiddag, avond en begin v/d nacht
naar zondag als warmtefront van NO naar ZW over het land gaat trekken.
Op hoogte trekt er dan een tong met vrij hoge Theta-W 850 waarden (ca.
15°C) over. In de onderste niveau's wordt de stroming achter het
warmtefront noordoostelijk en wordt de aangevoerde lucht in de loop van
zondag weer wat droger.


MODELBEOORDELING:
Grootste aandachtspunt is de positie en kerndruk van het laagje dat
langs of over het zuidelijk deel van de Zeeuwse kust gaat trekken. De
modellen springen enigszins: detailverschillen kunnen al van belang zijn
voor of het windveld wel of net niet het uiterste zuiden van de Zeeuwse
kust bereikt. Actueel komen de druktendensen het beste overeen met EC,
dus voor vanavond kiezen we het EC-scenario. Begin komende nacht laat EC
het laagje ineens vrij sterk verder uitdiepen; dit oogt dan weer wat
minder waarschijnlijk, dus komende nacht kunnen we weer langzaam beter
uitgaan van een wat gematigder scenario zoals dat door de andere
modellen gegeven wordt. Verder zit er wat verschil in de positie en
activiteit op het warmtefront en vooral bij het gebied met buien bij de
Theta-W tong. Hirlam heeft de neerslagactiviteit iets verder naar het
noordwesten dan de andere modellen. Voorlopig gaan we uit van mogelijk
wat lichte regen bij het warmtefront en enkele buien door inzaaiing
boven het oosten en zuidoosten morgenavond. Achter het warmtefront
vooral in het zuidoosten een cyclonale stroming en de aanmaak van
turbulentiestratus in opklaringen (bovendien stuw in de Limburgse
heuvels).

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij het kleinschalige laag overdag is de wind een onzekere factor. Er
staan meerdere seinen uit voor vanavond en begin komende nacht waarbij
EC min of meer is gevolgd, maar dan iets zwaarder aangezet op basis van
de SYNOP's. De neerslag bij het laag is ook convectief van karakter
waardoor windstoten rond 40 kn (Harmonie) kunnen voorkomen, buitengaats
maar mogelijk ook in het zuidwestelijk kustgebied. De windstoten in EC
zijn zoals bekend te hoog.

BEWOLKING:
Vannacht en vannacht geleidelijk opklaringen met uitzondering van het
zuidwesten. Wel is er ook in het oosten in eerste instantie nog tamelijk
veel Ac aanwezig. Morgen CU en bij het warmtefront wat SC en vooral
middelbare bewolking. Boven zee en vooral bij de frontale zones en bij
het laag stratus en (verscholen) CB's, vanavond wordt ook het
zuidwestelijk kustgebied in beperkte mate aangedaan. CB-basis nabij het
laag rond 1500-2000 vt. Toppen tot ca. FL250 volgens de radar. Boven het
westen van de FIR aanhoudend kans op ST bij de vrijwel stationaire
frontale zone. In de nacht naar zondag in het oosten en zuiden op veel
plaatsen turbulentiestratus achter het warmtefront door
stralingsafkoeling, convergentie (cyclonale kromming van de isobaren) en
deels ook stuw.

NEERSLAG:
Bij de complexe frontale zone, die langzaam het westen van de FIR
binnenschuift, geclusterde buien met kans op onweer. Er zit een klein
beetje minder bovenluchtkou (occlusie), dus onweer is slechts
sporadisch. MUCAPE in de orde 700-100 J/Kg, windschering is over het
algemeen gering (rond 10-15 kn), op het gradientbandje bij het laag
loopt de effectieve schering op naar 30-35 kn. Daar zijn wat beter
georganiseerde cellen mogelijk. Het overgrote deel van de buien blijft
op de Noordzee, een enkele doet het zuidwesten aan. Omdat bij het laag
de stroming wegvalt zou boven het zuidwesten boven land zeer lokaal nog
significante neerslag kunnen vallen (kans is klein, zie ook GLAMeps),
orde 10 mm in 24 uur. Morgen bij het warmtefront kans op wat lichte
regen uit middelbare bewolking, in de avond in het zuidoosten kans op
matige regenbuien door inzaaiing. CAPE en schering zijn gering, onweer
lijkt boven Nederland erg onwaarschijnlijk gezien de profielen.

ZICHT:
Boven land vannacht nevelig en vooral in het noordoosten van het land
enkele (ondiepe) mistbanken, morgen weer oplopend naar goede zichten.
Boven zee bij de frontale zones nevel.

TEMPERATUUR:
Achter het warmtefront morgen keert de zeer warme lucht niet terug
(grondwind wordt noordelijk).



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI