Guidance modelbeoordeling voor Nederland

06-12-2021 17:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 07 december 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 06 december 2021 om 16.10 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied ten zuiden van IJsland trekt opvullend noordwaarts.
De bijbehorende occlusie, goed herkenbaar aan een band met hogere
Theta-w een scherpe frontale vore, trekt oostwaarts en passeert
Nederland maandagavond en aan het begin van de nacht naar dinsdag. De
occlusie wordt direct gevolgd door een (hoogte)trog. Mogelijk trekt bij
de trog een klein lagedrukgebied over het (uiterste) zuidoosten.
Dinsdagochtend passeert een rug van hogedruk waarna de stroming
zuidelijk wordt. Een actief lagedrukgebied op de Atlantische Oceaan
(CAD/RACY), Barra genaamd door de Ierse meteorologische dienst, trekt
oostwaarts over Ierland en het noorden van Engeland. De bijbehorende
occlusie, goed herkenbaar aan een band met hogere Theta-w, passeert
Nederland in de nacht naar woensdag.

MODELBEOORDELING:
Op synoptische schaal is de uitvoer consistent. Een klein lagedrukgebied
boven de zuidelijke Noordzee bij de trog zorgt mogelijk voor enige
onzekerheid in de wind, in de meeste recente uitvoer is het signaal voor
7 Bft sterker geworden. Er is enig verschil in de timing van de passage
van de occlusie, waarbij deze in de Hir uitvoer wat trager is. De
beschrijving van de grenslaag is matig, in de Hap1 en EC uitvoer te lage
en te veel ST, in de rest te weinig, de Harmonie43 uitvoer lijkt nog het
best. In alle uitvoer is het signaal voor (natte) sneeuw landinwaarts
realistisch, in het zuidwesten en mogelijk westen is het te veel, de
natteboltemperatuur is daar en in de aanvoerrichting 1-2 graden hoger
dan in de uitvoer. De accumulatie in de diverse uitvoer (met
uitzondering van de Hir uitvoer, daarin is het te weinig) is te groot,
dit heeft met de representatie van gedeeltelijke sneeuwbedekking in de
modellen te maken waarbij deze onrealistisch langzaam smelt bij
temperaturen boven nul. We gaan nu uit van 1-2 cm in de oostelijke
helft, op hogere zandgronden lokaal wat meer. Bij de occlusie van
dinsdagavond blijft de natte sneeuw beperkt tot het noordoosten en
significante accumulatie (meer dan 1 cm) lijkt niet waarschijnlijk.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Uitvoer is consistent. 7 Bft ten W van de occlusie. Uitschieters bij
buien bij de trog aan de kust tot ca 80 km/uur. Aan de oostzijde van de
occlusie van dinsdag boven zee ZZW 7-8 Bft. Vanwege de aflandige wind
komen de zware windstoten dan niet op de kust.

BEWOLKING:
In de neerslag bij de occlusies stabiele atmosfeeropbouw met lage
grenslaagbewolking in (natte) sneeuw. Bij de trog aan de kust buien tot
ongeveer FL200, aan de kust hagel en onweer waarschijnlijk.

NEERSLAG:
Natteboltemperatuur daalt in de neerslag bij de occlusie tot ongeveer 1
graad, dus een aanzienlijke fractie sneeuw is mogelijk. Cumulatieve
neerslaghoeveelheid bij de occlusie is ongeveer 5 mm, daarvan valt
landinwaarts 2-3 mm in de vorm van sneeuw. Accumulatie in het westen is
te groot in de uitvoer. We gaan uit van 1-2 cm in het midden en oosten,
op de hogere zandgronden lokaal 2-3 cm. Lokaal kan natte sneeuw op de
weg blijven liggen en tot gladheid leiden bij voldoende intensiteit,
vandaar een gele waarschuwing. De kans daarop is het grootst op de
hogere zandgronden in het oosten en in het noordoosten. Bij de occlusie
van woensdag is accumulatie niet heel waarschijnlijk.

ZICHT:
In natte sneeuw sterk teruglopend zicht (bij matige neerslag <1000 m),
zicht in de uitvoer is in het westen te laag (overschatting
sneeuwfractie/intensiteit).

TEMPERATUUR:
In natte sneeuw daalt de temperatuur naar ongeveer 1 graad, daarna loopt
de temperatuur langzaam op. Daar waar het wegdek door het smelten van
sneeuw sterk is afgekoeld, is later in de nacht nog wel bevriezing
mogelijk in opklaringen.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI