Guidance modelbeoordeling voor Nederland

06-12-2021 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 06 december 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 05 december 2021 om 23.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een zadelgebied tussen hogedrukgebieden boven Scandinavië en de Azoren
en lagedrukgebieden west van IJsland en boven Italië trekt vanaf
vannacht zuidoostwaarts over de FIR. Na passage trekt een noord-zuid
georiënteerde occlusie westwaarts, bereikt maandagavond het zuidwesten
van het land en passeert in de nacht naar dinsdag het noordoosten. Deze
occlusie wordt vrij snel gevolgd door een trog, die boven
Noordzeedistrict Humber uitdiept tot een klein lagedrukgebied. Dit laag
trekt oostnoordoostwaarts en verlaat in de nacht naar dinsdag het
noordoosten van de FIR. Dinsdagochtend bereikt een zuidoost-noordwest
georiënteerde trekrug het zuidwesten van de FIR, trekt noordoostwaarts
en verlaat dinsdagmiddag het noordoosten. Een CAD, actueel ten
zuidoosten van Nova Scotia, diept uit onder invloed van de rechteringang
van de jet en loopt in op het polaire front waar een golf in slaat. Dit
geheel bereikt aan het einde van dinsdagavond als NNW-ZZO georiënteerde
occlusie het uiterste zuidwesten van het land. Op hoogte (850 hPa) is er
voor passage al enige warmte aanwezig, wat in feite de geöccludeerde
golftop is die daar vlak vooruit aanwezig is.

MODELBEOORDELING:
Voor passage van het zadelgebied hebben we te maken met een grillige
verdeling van bewolking. De modellen geven de laagste bewolking in het
noorden en noordoosten en dat zit daar ook. Harmonie43 is te negatief en
heeft aan de zuidelijke rand al veel mist. In de zuidelijke helft van
het land suggereren de modellen dat er opklaringen zijn of nog gaan
ontstaan. Dat zien we ook wel gebeuren, maar op andere momenten en
plaatsen. Indicatief kan gebruikt worden dat er in langduriger
opklaringen mist(banken) gaat ontstaan, en dan vooral aan de zuidelijke
rand van het stratusgebied, maar de betrouwbaarheid op detailniveau is
natuurlijk laag in dit soort gevallen. Bij de occlusies is de
neerslagsoort van belang. Door doorvallende neerslag zien we dat de
regen steeds meer overgaat in sneeuw. De progtemps laten over het
algemeen een isotherme laag zien met een temperatuur die een fractie
boven nul ligt. In de door Harmonie berekende sneeuwfracties zien we dat
de percentages vaste neerslag naar het oosten toe steeds verder
toenemen, uiteindelijk naar 75-95%, op de Veluwe naar meer dan 95%. Dat
komt gevoelsmatig niet helemaal overeen met de NESO-plaatjes, die
overheersende regen laten zien, met dan wel op de Veluwe overheersend
sneeuw. Dat komt doordat NESO pas bij sneeuw+graupel (smeltende sneeuw)
>90% de sneeuw laat overheersen. Pas als het aantal droge sneeuw meer
dan 50% is bij de som van sneeuw en graupel noemt NESO het droge sneeuw.
Ik denk dat de smeltlaag te koud is en dat in de praktijk er sneeuw
valt, die bij voldoende neerslagintensiteit blijft liggen en dan weer
wegsmelt. In EC wordt een andere methode gebruikt om NESO te bepalen.
Hierbij is er sprake van een mengvorm van regen en sneeuw als T2m boven
nul ligt en het vloeibare aandeel 20-80%. Bij 1-20% wordt het natte
sneeuw genoemd. Voor droge sneeuw is er of sprake van T2m>0 met een
vloeibaar aandeel <1%, of een T2m<0 met een vloeibaar aandeel <20%. Ook
hiervoor geldt dat de NESO-bepaling waarschijnlijk een ander beeld laat
zien dan we aan de grond ervaren. Het bekende Harmonie/EC-probleem van
een te langzaam wegsmeltend sneeuwdek zien we overigens uiteraard ook nu
weer optreden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op nadering van de eerste occlusie 7 Bft in de kustdistricten, met
lokaal 8 bij de trog (deels convectief, hier ook kans op zware
windstoten van 75-90 km/u boven zee en bij Texel). Op nadering van de
trekrug verdwijnen alle seinen weer. Op nadering van de tweede occlusie
trekt de wind aan naar 8 Bft boven zee, mogelijk naar 9 Bft, met zware
windstoten boven zee.

BEWOLKING:
De St boven het noorden zakt op steeds meer plaatsen naar <500 vt en
trekt aanvankelijk iets zuidwaarts. Maandagochtend trekt een zuidelijke
stroming aan en zal de St weer noordwaarts trekken. In het noorden kan
het nog wel even duren voordat deze St daar weer weg is. In het geval er
een omvangrijk mistveld ontstaat boven de zuidelijke helft van het land
en België/Frankrijk zal deze in de loop van de dag optrekken naar St.
Deze St trekt dan over het land noordwaarts in de in kracht toenemende
zuidelijke stromingen. Bij de eerste occlusie is opnieuw St aanwezig. In
sneeuw komt de basis ruim onder de 500 vt terecht. Bij de trog (met name
boven het relatief warme zeewater) Cb's met toppen FL210/-40°C. Boven
land neemt de tophoogte naar het zuiden toe steeds meer af.

NEERSLAG:
Vooral boven zee is de Sc lokaal dik genoeg om lichte regen of motregen
te produceren. Ook boven land komt dit voor, maar is het lokaler van
karakter. Bij de occlusie eerst regen, na verloop van tijd overgaand in
sneeuw die tijdelijk kan blijven liggen. Na passage occlusie smelt de
gevallen sneeuw weer weg. Bij de trog enkele buien, vooral boven zee met
onweer en hagel. CAPE hier rond 500 J/kg, met schering 0-6 km rond 20
kn. Multicel. Bij de tweede occlusie eerst regen, later eveneens
overgaand in natte sneeuw/sneeuw.

ZICHT:
In opklaringen vorming van (dichte) mist(banken). Dit zal vooral in het
midden en zuiden zijn. In sneeuw loopt het zicht ook terug naar waardes
van minder dan 1000 m. In de nacht naar dinsdag staat er veel wind en
zullen de zichtverminderingen beperkter zijn.

TEMPERATUUR:
Vannacht en maandagochtend in opklaringen lichte vorst, met name in het
zuiden van het land (actueel Woensdrecht 0.2°C). Bij dik genoeg
wordende mist zal de temperatuur weer iets oplopen door tegenstraling.
In doorvallende sneeuw zakt de temperatuur richting het vriespunt.
Hetzelfde geldt dan voor de wegdektemperatuur. Zolang de sneeuw aan het
smelten is blijft de temperatuur zo'n 0°C. Bovendien klaart het in de
nacht naar dinsdag op. De wind neemt ook steeds meer af in die nacht,
waardoor er met name dinsdagochtend Tweg<0 zal zijn. Bevriezingsgladheid
is dan het gevolg.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI