Guidance modelbeoordeling voor Nederland

02-12-2021 00:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 03 december 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 02 december 2021 om 01.02 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een actief lagedrukgebied boven de Baltische Zee trekt oostwaarts. Aan
de westflank hiervan bevinden wij ons in een noordwestelijke stroming in
maritiem polaire lucht. Een (hoogte)trog met koude bovenlucht bereikt
vannacht het noorden van de FIR, trekt zuidwaarts en passeert het land
in de ochtend. Donderdagavond warmt de bovenlucht van het westen uit
alweer op. In de nacht naar vrijdag passeert van het westen uit een
vlakke rug van hogedruk, waarna de stroming zuidwestelijk wordt. Een N-Z
georienteerde occlusie, goed herkenbaar aan een band met hogere theta-w
en een frontale vore, bereikt vrijdag in de namiddag het noorden en
trekt in de avond oostwaarts.

MODELBEOORDELING:
De uitvoer is op synoptische schaal consistent en bruikbaar. Voor wat
betreft de grenslaag lijken de Harmonies het meest realistisch. De lage
stratus in het model is weliswaar gebonden aan de natte sneeuw maar
tussen de buien door zien we ook een duidelijk signaal voor
(turbulentie)stratus in de late nacht en ochtend verder landinwaarts.
Hirlam komt juist in de middag en avond met wat lage(re) bewolking in de
kustgebieden, dit kan ik niet helemaal plaatsen en lijkt gelinkt aan een
gebied met geclusterde buien. De modellen hebben een bescheiden signaal
voor stuw in de Limburgse heuvels, mogelijk dat dit echter pas net
buiten onze landsgrenzen gebeurt. De (advectieve) mist in het zuidoosten
in de nacht naar vrijdag zit wisselend in de modellen, een
aandachtspunt, aangezien deze mist in de ochtend over kan gaan in
stratus. In de Hirlam-uitvoer zit (zoals vaker) voor vrijdagmiddag/avond
een signaal voor natte sneeuw aan de oostkant van de occlusie, dit zit
niet of nauwelijks in de EC uitvoer. Een vlok is mogelijk, maar geen
accumulatie.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Seinen 6-7 Bft, in de middag van het westen sterk afnemend. Bij buien
boven zee en langs de kust nog tot in de avond kans op zware windstoten
(gradient en koude lucht). Vrijdag opnieuw 6-7 Bft op nadering van de
occlusie.

BEWOLKING:
Cumuliforme bewolking. CB's met toppen stijgend naar FL200-220 in de
loop van de nacht en ochtend, daarna gestaag van het westen uit dalend.
Bij wat meer geclusterde winterse buien vormt zich landinwaarts vooral
in de nacht en ochtend ST. In de nacht naar vrijdag en vrijdagochtend
mogelijk advectieve mist/stratus in het zuidoosten en oosten. Bij de
occlusie stratiforme bewolking met ST.

NEERSLAG:
De NESO laat bij de convectieve neerslag vannacht en vandaag overdag
natte sneeuw zien, dit is realistisch, natteboltemperatuur rond 1 graad.
Aan de kust zal hagel (max 1 cm) overheersen. CAPE boven zee 500-700
J/kg max, veel schering is er niet. Bij de occlusie is in het oosten
plaatselijk wat natte sneeuw mogelijk (natteboltemperatuur 2-3 graden)
maar geen accumulatie.

ZICHT:
In winterse buien zichtafname. In de nacht naar vrijdag verder
landinwaarts nevel, in het zuidoosten mogelijk mistbanken, in de ochtend
weer oplopend.

TEMPERATUUR:
Sterkere ontkoppeling in de nacht leidt tot lagere Tmin dan in de
uitvoer. Vannacht en in de vroege ochtend in het noordoosten en oosten
lokaal dichtbij nul met een redelijk kans op gladheid door winterse
neerslag. In de nacht naar vrijdag tot -3 in het oosten, Tmin valt wel
vroeg i.v.m. van het westen uit toenemende bewolking en wind. Met
uitzondering van de westelijke kustprovincies een grote kans op gladheid
door bevriezing.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI