Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-11-2021 12:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 29 november 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 28 november 2021 om 10.39 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven het noorden van Duitsland beweegt langzaam
oostwaarts en vult geleidelijk op. Een oude NO-ZW georienteerde occlusie
ligt om 12 UTC over de noordwestelijke helft van het land beweegt
zuidoostwaarts en verlaat rond 18 UTC het zuidoosten. Ten zuidoosten van
de occlusie is de lucht in de grenslaag nog vochtig, maar na passage van
de occlusie wordt er met een NNW-lijke stroming beduidend drogere, van
origine maritiem arctische lucht aangevoerd. Ook de bovenlucht koelt
sterk af, T500 hPa daalt vanmiddag en vanavond tijdelijk naar -37C. Aan
de westflank van het eerdergenoemde laag ontstaat boven de Duitse Bocht
een scherpe vore met daarin opnieuw een oude occlusie. Deze ZO-NW
georienteerde vore/occlusie bereikt het noorden aan het begin van de
nacht en beweegt vervolgens over met name de westelijke helft van het
land zuidwaarts. Aan het einde van maandagochtend komt de occlusie Z-N
georienteerd tot stilstand voor de westkust en over Zeeland om
vervolgens in de middag en avond weer oostwaarts over het land te
bewegen. Tegelijkertijd beweegt een lagedrukgebied noord van Schotland
richting het zuiden van Noorwegen, het bijbehorende warmtefront bereikt
ons land in de nacht naar dinsdag. Daar vooruit trekt in de avond een
trekrug over.

MODELBEOORDELING:
In grote lijnen laten de modellen een vergelijkbare synoptische
ontwikkeling zien, wel zijn er wat timingverschillen v.w.b. de passage
van de vore/occlusie komende nacht. HAP1 lijkt het snelst door te lopen,
Hirlam en EC wat trager. Wel hebben alle modellen de meeste
neerslagactiviteit boven het noorden en westen van het land. Ander
belangrijk aandachtspunt komende nacht is de kans op gladheid. De
combinatie van brede opklaringen en sterke ontkoppeling boven land
zorgen ervoor dat de temperaturen op grote schaal tot iets beneden het
vriespunt kunnen dalen. Aangezien de wegen op veel plaatsen nog
nat/vochtig zijn is er een vrij grote kans op bevriezingsgladheid. Met
name voor de noordelijke helft van het land is het van belang hoe snel
de vore/occlusie vannacht zuidwaarts trekt, de bijbehorende bewolking
zorgt dan namelijk weer voor een licht stijging in temperatuur. Ook de
neerslagsoort is van belang, dieper landinwaarts kunnen de buien,
alhoewel minder actief, ook winterse neerslag produceren.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanmiddag in de kustdistricten seinen voor 6 Bft, in het district
Vlissingen zelfs een 7 Bft. Aan de voorzijde van de scherpe vore zien we
ook in de andere kustdistricten tijdelijk een 7 Bft, na passage neemt de
wind definitief af. Pas in de warme sector weer seinen voor 6-7 Bft.

BEWOLKING:
Ten zuidoosten van de occlusie nog vrij veel Sc-bewolking en vooral in
het zuidoosten ook stratus. Bij de occlusie een mengeling van
stratiforme en convectieve bewolking, Cb-toppen tot ca. FL200. Ten
noordwesten van de occlusie Cb's met toppen tot ca. FL250, met name
boven de westelijke deel van de Noordzee, alwaar het gebied met de
koudste bovenluchten overheen beweegt, meer naar het oosten toe
geïsoleerd. Aan het einde van de middag en in de avond op grote schaal
opklarend, op het zuidwesten en uiterste noordoosten na. Ook bij de
vore/occlusie vannacht en morgen overdag weer een mengeling van
convectieve en stratiforme bewolking, na passage ervan ook weer
opklarend. Maandag overdag zien we door warmteadvectie op hoogte de
onstabiliteitsdiepte steeds verder afnemen, maar Cb's blijven nog tot in
de avond mogelijk, toppen dalen geleidelijk naar FL120. In de avond in
de nacht naar dinsdag van het noordwesten uit toenemende frontale
bewolking op nadering van het warmtefront.

NEERSLAG:
Bij de occlusie vanmiddag buiige regen. Ten noordwesten van de occlusie
buien vooral in het zuidwesten en uiterste westen van de FIR geclusterd
met kans op korrelhagel en een klap onweer, in een intensievere bui is
natte sneeuw niet helemaal uit te sluiten. De buien in Zeeland gaan tot
halverwege de nacht door, terwijl het elders grotendeels droog wordt.
Vervolgens komende nacht en maandagochtend wederom buiige neerslag op
passage van de volgende occlusie/vore, dieper landinwaarts ook met een
winterse component. Meeste neerslag in het noorden en westen. Maandag
worden de buien door warmteadvectie op hoogte geleidelijk minder actief,
in de middag trekken we wel weer van het westen uit het land op. De
frontale neerslag van het warmtefront bereikt ons land pas in de nacht
naar dinsdag.

ZICHT:
Zuidoost van de occlusie zichtwaarden rond de 10 km, noordwest van de
occlusie in de maritiem arctische lucht buiten buien uitstekende
zichten. In Zuid-Limburg komende nacht en maandagochtend door stuw
mogelijk matige tot slechte zichten. Komende nacht na passage van de
volgende occlusie in het noordoosten mogelijk weer (dichte) mist.
Maandag overdag buiten buien goede zichten.

TEMPERATUUR:
Belangrijkste aandachtspunt is de lichte vorst komende nacht met daarbij
de kans op bevriezingsgladheid. De bewolking bij de vore/occlusie is een
onzekere factor voor met name het noorden van het land. Na passage van
de occlusie kan het in het noordoosten aan het einde van de nacht en
begin van maandagochtend alsnog weer afkoelen tot iets onder nul voordat
de zon weer opkomt.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI