Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 25 november 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 24 november 2021 om 23.27 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoog boven Midden-Europa heeft een uitloper naar het zuiden van
Nederland. De stroming is zuid tot zuidwest. Langs de westkust ligt een
convergentielijn. Een lagedrukgebied trekt donderdag over het zuiden van
Scandinavië zuidoostwaarts. Het koufront is goed herkenbaar (theta-w
850 hPa 6°C ) en trekt donderdagochtend over Nederland zuidoostwaarts.
Na de frontpassage wordt de stroming noordwestelijk en komen we in droge
polaire lucht. Het koufront wordt voorafgegaan door de (dan inactieve)
convergentielijn en in de middag gevolgd door een kortgolvige
hoogtetrog. In de nacht naar vrijdag wordt de stroming westelijk. Een
(hoogte)trog bereikt in de loop van de nacht het westen en trekt in de
(vroege) ochtend over Nederland oostwaarts. Vrijdag overdag trekt een
complex lagedrukgebied met meerdere kernen over de Noordzee
zuidzuidoostwaarts. De occlusie (theta-w 850 hPa band van 5-6°C)
bereikt vrijdagavond de westkust en trekt, in betekenis afnemend,
oostwaarts. De occlusie wordt gevolgd door een trog die vooral aan de
kust actief is. Bij de trog vormt zich een (aanvankelijk sterk
zuid-noord georienteerde) lagedrukkern.

MODELBEOORDELING:
Aanvankelijk is de beschrijving van de grenslaag het bepalende fenomeen.
Het gedeeltelijk oplossen van de SC-velden boven het zuidoosten zit min
of meer in alle uitvoer, maar de details verschillen. Daarmee verschilt
ook de vorming van mist(banken). We gaan er nu van uit dat in het
zuidoosten mist(banken) voorkomen. Bij het koufront kan ST voorkomen,
maar niet zo grootschalig als in de Hap1 uitvoer. In alle uitvoer vormt
zich in het zuidoosten in de nacht naar vrijdag opnieuw ST en mist. Dit
is realistisch, alleen de noordwestelijke begrenzing is nog onzeker. Bij
de occlusie is de opbouw stabiel en is er in alle uitvoer een duidelijk
signaal voor ST, vaak lager dan 500 vt. In veel uitvoer is er vrijdag
landinwaarts een signaal voor natte sneeuw. Dit zal niet tot accumulatie
leiden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Uitvoer is bruikbaar. Vrijdag ZZW 7, ten N van de Wadden mogelijk 8 Bft.
Windstoten van >75 km/uur alleen op de Waddeneilanden.

BEWOLKING:
Bij het koufront kans op ST. Convectieve toppen ten N van het koufront
tot FL100-120. De neerslag bij de trog van vrijdag is een combinatie van
ondiepe convectie (FL100) en enige inzaaiing. Bij de occlusie dikke
gelaagde bewolking, stabiele opbouw met vorming van ST. Buien bij de
trog van vrijdagavond gaan langs de kust tot FL280, hagel en onweer zijn
waarschijnlijk.

NEERSLAG:
Bij de trog van vrijdagochtend is de kans op natte sneeuw niet
uitgesloten, (natteboltemperatuur 1-2 °C ) maar het zal niet tot
accumulatie leiden. Vrijdagavond is de natteboltemperatuur nog wat hoger
(2-3 °C ) en is de intensiteit ook niet groot genoeg voor accumulatie.
Bij de buien vrijdagavond aan kust is wel hagel mogelijk. CAPE is daar
500-700 J/kg, effectieve schering 10-15 kn, organisatie zal vooral van
convergentielijnen moeten komen.

ZICHT:
In het zuidoosten in opklaringen mist(banken). Ze lossen pas in de loop
van de ochtend op. In de nacht naar vrijdag in het zuidoosten opnieuw
mist(banken).

TEMPERATUUR:
In Limburg is het wat kouder dan in de meeste uitvoer, de EC uitvoer is
actueel het best. Hangt nogal af van de (vorming van) SC-velden.
Gladheid door condensatie is alleen op stalen bruggen waarschijnlijk,
bij andere ondergrond is Tweg ruim hoger dan Td. In de nacht naar
vrijdag in het ZO lokaal nog dichtbij nul, afhankelijk van opklaringen.



Paraaf meteoroloog: Huiskamp
Bron: KNMI