Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 01 oktober 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 30 september 2021 om 17.05 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een sturend (complex) laag ligt de komende periode tussen IJsland en
Schotland. Het bijbehorende warmtefront ligt voor de westkust en
passeert vanavond het land, om boven het zuidoosten tot stilstand te
komen en minder actief te worden. Het eveneens geleidelijk in activiteit
afnemende koufront bereikt in de loop van de avond al het noordwesten
van de FIR waardoor er sprake is van een zeer smalle warme sector.
T.g.v. golfvorming op nadering van een hoogtetrog wordt het koufront
morgenochtend weer opgetild. Een occlusie, momenteel aanwezig boven
Ierland, loopt morgen op de smalle warme sector in. Deze occlusie ligt
in een frontale vore die morgenmiddag het westen van de FIR bereikt en
in de avond van west naar oost over het land zal trekken. Op korte
afstand volgt er dan nog een smalle backbent occlusie. In de nacht naar
zaterdag komt dit geheel tot stilstand boven het (uiterste) zuidoosten.
De hoogtetrog schampt tegelijkertijd het noordwesten van de FIR, aan de
grond wordt de stroming dan tijdelijk anticylonaal t.g.v. het passeren
van een goed doorstroomde trekrug.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de beschikbare modellen de komende periode (zeer)
consistent, alleen in detail zijn er kleine verschillen. Voor wat
betreft de wolkenbasis houden we rekening met het meest negatieve
scenario, aangezien er momenteel al stratus wordt waargenomen boven de
Noordzee. De Harnonies komen met een bescheiden convectief
neerslagsignaal dieper in de warme sector en bij het golvende koufront,
wel alleen boven zee en mogelijk schampend aan de kustgebieden. Het gaat
dan om TCu's met toppen tot ca. FL100. Bij de occlusie boven zee ook
diepe onstabiliteit en kans op onweer, landinwaarts wordt dat snel
minder. Qua wind zien we tot en met de passage van de occlusie
regelmatig windstoten van ca. 75 km/uur boven zee en direct aan/langs de
kust, door de gekrompen wind en afwezige buiigheid gaan we er echter
vanuit dat deze niet verder landinwaarts zullen optreden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Tot aan de passage van de occlusie langs de kust en boven het IJsselmeer
6-7 Bft en in het noordwestelijk kustgebied mogelijk 8 Bft. Windstoten
zijn in het noordwestelijk kustgebied mogelijk tot ca. 75 km/uur, gezien
het feit dat de wind zuid tot zuidwest is zal dit zich grotendeels
beperken tot het zeegebied. Achter de occlusie/vore sterk afnemend.

BEWOLKING:
Gelaagde bewolking, dieper in de warme sector en nabij het koufront
(boven zee) ook stratus en tevens kans op (ingebedde) buien. Bij de
occlusie is er duidelijk sprake van ingebedde Cb's met boven zee toppen
tot ca. FL250. Boven land lijken toppen niet hoger te gaan dan FL150,
verder landinwaarts FL100. Nabij en vlak achter de occlusie morgenavond
laat en de nacht naar zaterdag vorming van ST, ook duidelijk te zien in
de progtemps. Nevel en mist kunnen later in de nacht en ochtend ook
elders tot stratus leiden.

NEERSLAG:
Bij de frontale zones perioden met regen, vooral boven zee. Met name in
het noordwesten van de FIR ook buiig van karakter. Bij de occlusie
ingebedde buien, CAPE waarden boven zee lokaal 700-1000 J/kg, schering
20 kn waarmee er sprake is van een singlecell, lokaal multicell regime.
Onweer is nabij op de occlusie boven zee en langs de kust niet
uitgesloten (KOUW ca. 30%), verder landinwaarts is deze kans
verwaarloosbaar.

ZICHT:
In neerslag matig zicht, lokaal slecht zicht. Buiten neerslag om goede
zichten. In de nacht naar zaterdag bij en achter de occlusie nevel, in
brede opklaringen mogelijk ook mist, al staat daar wellicht nog net iets
teveel wind voor.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI