Guidance modelbeoordeling voor Nederland

29-09-2021 04:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 02 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 30 september 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 29 september 2021 om 05.01 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een sturend laag bij IJsland heeft een trog die zich uitstrekt tot boven
de westelijke Noordzee. Aan de voorzijde van deze trog bevindt zich een
occlusie die momenteel boven het zuidwesten ligt en rond 12 UTC het
noordoosten verlaat. Occlusie en trog krijgen geleidelijk een NW-ZO
oriƫntatie. Ten noorden van ons land draait de occlusie in rondom een
kleinschalig laag dat daar in de loop van de middag tot ontwikkeling
moet komen, aan de zuidzijde is dan sprake van een stevig windveld. De
hoogtetrog (zichtbaar boven Engeland met bovenluchttemperaturen van ca.
-30C) die op korte afstand van de grondtrog volgt zal waarschijnlijk de
trigger vormen voor deze uitdieping. Ter hoogte van de Duitse Bocht
snoert zich tevens en apart hoogtelaag af. In de avond en in de nacht
naar donderdag trekt het kleinschalige grondlaag naar Denemarken weg.
Donderdag overdag volgt van het westen uit een trekrug waarvan de as in
de middag het land passeert. Een frontale zone bereikt vervolgens het
FIR gebied en blijft daar slepen.

MODELBEOORDELING:
Het belangrijkste aandachtspunt vormt de ontwikkeling van het hierboven
beschreven kleinschalige lagedrukgebied. Modellen lopen onderling uiteen
v.w.b. kerndruk en positie, maar ook per run springen de modellen. In de
huidige runs laten EC en Hir het laagje pas later ontstaan en minder
uitdiepen dan in de voorgaande run. Hap1 en 2 hebben nog steeds een
noordelijkere koers dan EC en Hir. Een en ander betekent iig in de
huidige runs dat de zware windstoten zich nog steeds voordoen, maar wat
minder fors zijn dan in de voorgaande run. Qua druktendensen zien we
momenteel de stevigste dalingen boven het noordelijke FIR gebied, dit is
conform Hir en Ha40. Overigens ligt de trog momenteel ook iets
oostelijker dan de modelberekeningen. Welke modeloplossing mbt positie
van het laagje uiteindelijk bewaarheid zal worden is nog moeilijk aan te
geven, gezien de grilligheid van de modellen is het zaak om de
actualiteit goed in de gaten te houden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de voorzijde van de occlusie zuid 6-7 Bft, voornamelijk buitengaats.
We hebben daarbij de indruk dat er momenteel iets minder wind staat dan
de modellen aangeven. Na passage zien we aan de zuid- en westflank van
het ontwikkelende laagje al gauw weer een west- tot noordwestenwind 6-7
Bft, afhankelijk van de ontwikkelingen kan zich vooral in het oostelijke
Waddengebied mogelijk nog een 8 Bft voordoen, 9 Bft lijkt gezien de
huidige runs niet aan de orde. Wegens de noordelijkere positie van het
laagje zijn de windstoten boven het Waddengebied in de huidige Hap1 en
Ha40 runs nog steeds ca. 40-45 kn. In Hir en EC is het nu ook wat verder
afgebouwd naar ca. 40-45 kn. Voorlopig nog wel vinger aan de pols gezien
de grilligheid van de modellen. In de nacht naar donderdag en met name
donderdag overdag neemt de wind op nadering van de rug af. Na passage
vanaf het einde van de middag wederom seinen 6-7 Bft in de kustgebieden
en het IJsselmeer. Langs de noordwestkust later mogelijk 8 Bft met kans
op windstoten van 40-45 kn.

BEWOLKING:
Bij de occlusie boven land mogelijk lokaal St, maar overwegend SC/NS en
ingebedde CB's met toppen tot FL250. Achter de occlusie convectieve
bewolking met CB's. Toppen in het noorden tot ca. FL300, in het zuiden
lagere toppen (FL200-250). Tophoogte wordt in de loop van de avond en in
de nacht naar donderdag met het wegtrekken van het laagje steeds lager.
Donderdag na rugpassage nabij de frontale zone boven de Noordzee en
boven het westen en noorden van het land stratiforme bewolking met een
basis op Sc niveau.


NEERSLAG:
Bij de occlusie lichte tot matige regen en ingebedde buien, vooral boven
zee plaatselijk met onweer (Tzee rond 18C). Achter de occlusie talrijke
buien, opnieuw plaatselijk met onweer, dan ook boven land. CAPE bij en
achter de occlusie toenemend naar ca. 500 J/kg, boven/aan zee tot ca.
1000 J/kg. Effectieve diepe windschering blijft veelal beperkt tot 10-20
knopen, dus single-/multicellen. FZL daalt naar FL050-FL060, dus bij een
fellere bui is zeer lokaal korrelhagel niet uitgesloten. Donderdag bij
de frontale zone boven zee en lokaal ook boven het westen en noorden van
het land regen.

ZICHT:
Goed zicht, in neerslag matig en in een zwaardere bui even slecht
zicht.

TEMPERATUUR:
Komende dag niet veel warmer dan een graad of 14 vanwege de aanvoer van
diep polaire lucht, de buien en de wind.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI