Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-09-2016 22:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 20 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 05 september 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 04 september 2016 om 23.39 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag boven Denemarken trekt verder oostwaarts. Een ingedraaide
occlusie rond het laag ligt boven het noorden van het land. Vannacht
trekt de occlusie vervolgens langzaam zuidwaarts over het land,
morgenochtend trekt ook het noordelijke deel van de ingedraaide occlusie
het land binnen waar het op dagelijkse gang moet gaan verdwijnen. Een
occlusierestant ligt boven het zuiden van het land en verlaat in de
eerste helft van de nacht verlaat deze het zuidoosten. De activiteit van
de occlusies neemt steeds verder af doordat een hoogterug van het westen
uit dichterbij komt. Ook aan de grond komt een rug -- een uitloper van
het Azorenhoog -- dichterbij. Morgen overdag ontstaat er een verbinding
met een hoog boven Noorwegen. Een Atlantisch laag koerst intussen
richting IJsland en bijbehorend frontaal systeem stagneert dinsdag boven
het westen van de FIR.

MODELBEOORDELING:
De synoptische situatie zit eenduidig in de modellen. Aandachtspunten
voor de komende periode zijn de neerslag van vannacht en vanochtend, de
ST bij de ingedraaide occlusie en de mistbanken voor komende nacht. De
modellen zitten voor deze fenomenen behoorlijk op een lijn.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Aan de noordwestkust 6 tot 7 Bft aan de zuidwestkant van het laag.
Hiervoor zijn voor Texel en IJmuiden 7 Bft gehesen. Met het oostwaarts
trekken van het laag verdwijnen in de tweede helft van de nacht alle
seinen. In de loop van de nacht afnemende wind, daarna geen seinen voor
de komende periode.

BEWOLKING:
Op veel plaatsen een laag CU/SC, vooral bij de occlusies SC en op zee
ook af en toe ST. Boven land is ST ook niet helemaal uit te sluiten,
vooral in de Limburgse heuvels in combinatie met stuw. Verder zien we de
onstabiliteitsdiepte geleidelijk afnemen. Vanavond komen er nog TCU's
voor met toppen tot FL080, vanaf vannacht komen we onder invloed van een
subsidentie-inversie die langzaam daalt van 6000 vt naar 3000 vt morgen
einde van de middag. Morgen moet de SC-bewolking bij de occlusie gaan
breken door dagelijkse gang en subsidentie. In de middag zien we echter
ook het uitspreiden van CU tegen de inversie aan zodat het
waarschijnlijk niet heel zonnig wordt. We gaan ervan uit dan de zon af
en toe doorbreekt morgenmiddag. Morgenavond en in de nacht naar dinsdag
brede opklaringen, in het westen van de FIR geleidelijk een dik pakket
frontale bewolking met in het uiterste zuidwesten van de FIR toenemende
kansen op lage ST. Dinsdag in het zuidwesten mogelijk frontale
bewolking, elders wat Cu.

NEERSLAG:
Vanavond enkele lichte buien, vannacht af en toe wat lichte (mot)regen,
bij de occlusies wellicht nog een ingebedde TCU. Morgenmiddag zo goed
als droog.

ZICHT:
In de buien nauwelijks zichtvermindering, als vannacht de
onstabiliteitsdiepte afneemt wordt de neerslag in toenemende mate door
coalescentie gevormd. In motregen kunnen de zichten dan kortdurend matig
tot slecht zijn. In de nacht naar dinsdag opklaringen en weinig wind,
dus mistbanken gaan er zeer waarschijnlijk ontstaan. De modellen laten
dit ook zien.

TEMPERATUUR:
Bij instraling ligt de maximumtemperatuur een fractie hoger dan de
modellen, zoals gisteren ook het geval was.



Paraaf meteoroloog: berge
Bron: KNMI