Guidance modelbeoordeling voor Nederland

20-08-2021 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 21 augustus 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 20 augustus 2021 om 08.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een zwakke frontale zone ten noorden van ons land beweegt geleidelijk
oostwaarts en wordt daarbij steeds minder van belang. Verder zien we dat
de druk begint te stijgen en zoekt het hoog boven Centraal-Europa
verbinding met een ander hoog nabij de Faeröer. De NW-ZO georiënteerde
as van het zo ontstane anticyclonale zadelgebied ligt vanmiddag boven
ons land, trekt verder noordoostwaarts en ligt zaterdag boven de
oostelijke Noordzee. De stroming draait dan naar zuid tot zuidoost
waarmee warmere lucht aangevoerd wordt. Uit een frontale zone boven de
Britse Eilanden snoert in de loop van zaterdag een lagedrukgebied af,
bijbehorend golvend koufront, met daar vooruit een thermische vore,
bereikt in de tweede helft van de avond het zuidwesten. In de nacht naar
zondag ontwikkelt zich dan een laag voor onze westkust, het hoogtelaag
volgt een wat zuidelijker koers richting de Duits-Tsjechische grens. Het
koufront trekt in de nacht naar zondag noordoostwaarts over het land.

MODELBEOORDELING:
Actueel ontstaan er steeds meer buien boven land. Harmonie heeft deze
vooral boven het noorden, EC aanvankelijk ook boven het zuiden.
Belangrijkste aandachtspunt is komende nacht de kans op mist. Deze kans
is afhankelijk van de hoeveelheid opklaringen, alle modellen geven in
ieder geval een duidelijk signaal. De grootste kans lijken het midden en
oosten te maken. Daarna verschuift de aandacht naar de buien bij de
thermische vore en het koufront, die zeer waarschijnlijk met onweer
gepaard zullen gaan. Zoals vaak bij actieve convectieve neerslag zien we
onderlinge verschillen tussen de modellen. De zwaarste buien verwachten
we bij de thermische vore (waarin ook een laag zou kunnen ontwikkelen),
omdat deze zich bevindt in een gebied met de meeste schering en vocht.
Op nadering van het koufront gaat de wind onderin echter om en kunnen de
buien niet meer vanaf de grond ontwikkelen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij de buien bij de thermische vore en het koufront uitschieters van
25-35 kn.

BEWOLKING:
Sc, lokaal nog St. Geleidelijk gaat de Sc voor een groot deel over in
Cu/TCu, die aan de bovenkant uitspreidt onder een zwakke
subsidentie-inversie rond 9000 vt. In de avond geleidelijk wat meer
opklaringen, al zullen er ook Sc-velden aanwezig blijven. Zaterdag
overdag zal de overgebleven Sc-bewolking geleidelijk overgaan in Cu.
Zaterdagavond van het zuidwesten uit toenemende frontale bewolking met
(ingebedde) Cb's met toppen tot FL300-350.

NEERSLAG:
Uit dikkere Cu/Sc-bewolking bij het frontale systeem ten noorden van ons
land boven de Noordzee. Vanmiddag op dagelijkse gang verspreid over het
land enkele lichte buitjes, die aan het begin van de avond weer
uitsterven. Mogelijk dat er nog wat (mot)regen uit wat dikkere
Sc-bewolking valt. In de tweede helft van zaterdagavond in het
zuidwesten (onweers)buien. CAPE-waarden gaan richting 500-1000 J/kg. De
schering is voor het buiencomplex uit hoog met waardes dicht tegen de 40
kn, maar dat heeft alles te maken met de wind die in de onderste niveaus
aanvankelijk sterk gekrompen is. Zodra de wind onderin ruimt nemen de
scheringswaardes snel af. De organisatiegraad neemt dus af naarmate de
buien noordoostwaarts trekken, maar het hoogtelaag (PVA) blijft voor
grootschalig optilling zorgen. Harmonie suggereert dat er ontladingen
blijven voorkomen, maar het idee is toch dat de buien steeds meer een
stratiform karakter krijgen. Latente warmteprocessen zorgen naarmate de
buien noordoostelijker komen voor een steeds stabielere opbouw (zie
bijvoorbeeld progtemp Eelde van 22/04Z). Omdat de ontladingen bepaald
worden aan de hand van de hoeveelheid graupel in de kolom worden er op
dat moment te veel ontladingen berekend, dat is namelijk nog wel
aanwezig. Uursommen van 30 mm of meer zien we boven de westelijke
kustdistricten of de westelijke provincies. De stroming op 700 hPa is
minder dan 20 kn en neemt ook af. De maximale totale hoeveelheden t/m
zondag 06 UTC lijken uit te komen tussen 20 en 40 mm in het westen en
zuidwesten, maar kunnen daarna nog verder oplopen. De grootste
hoeveelheden tot dan toe vallen boven de Noordzee en zeer lokaal boven
het zuidwesten (>40 mm). Er zal plaatselijk wateroverlast voorkomen.
Hagel tot 2 cm.

ZICHT:
In de nacht naar zaterdag in opklaringen (dichte) mist(banken),
onzekerheid wordt veroorzaakt door de onzekere hoeveelheid en verdeling
Sc-bewolking.

TEMPERATUUR:
Vandaag Tx rond 21°C, zaterdag Tx van 20°C op de Wadden tot lokaal
26°C in het zuiden.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI