Guidance modelbeoordeling voor Nederland

04-09-2016 04:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 05 september 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 04 september 2016 om 06.06 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag trekt gedurende de periode van Schotland over het noorden van
de FIR naar Denemarken. Het warmtefront van bijbehorend gecompliceerd
frontaal systeem ligt inmiddels ten oosten van ons land. Achter dat
warmtefront bevinden we ons in warme, vochtige lucht (ThetaW ~16 C) en
wordt de opbouw potentieel onstabiel. Een hoogtekoufront trekt tussen 03
en 06 UTC van west naar oost over het land, gevolgd door het grondfront
dat rond 08 UTC in het westen bereikt, in combinatie met een vrij
scherpe hoogtetrog op 500 hPa. Dit grondfront verlaat tussen 09 en 12
UTC het oosten van het land. Daarachter volgen nog occlusie(restanten),
waarvan zondagavond de ingedraaide occlusie bij het laag boven de
noordelijke helft het meest actief is. Zondagmiddag trekt een W-O
georienteerde jet van zuidwest naar noordoost over het land. Dit zorgt
ervoor dat met name het noorden van het land onder de linkeruitgang ligt
in de middag. In de avond en nacht naar maandag trekt een ingedraaide
occlusie over het land. Daarachter bouwt zich een rug op, die
maandagavond met de as boven ons land ligt.

MODELBEOORDELING:
De beschreven structuren zijn in alle modellen redelijk goed terug te
vinden. Er zitten wat kleine timingsverschillen in de doorkomst van het
grondkoufront, Harmonie36 is een uurtje trager dan Hirlam/EC. De
berekening van de positie en vorm van de vore bij het laag lopen
vanavond wel wat uiteen. Dit zien we al een aantal runs achter elkaar en
dit heeft consequenties voor het windveld. We gaan vooralsnog uit van
een algemeen beeld met kansen op 7 Bft langs de hele kust. Verdere
aandachtspunten zijn de ST voor het grondkoufront uit en mogelijk
onweer.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de warme sector 6 Bft op zee en langs de kust, in het zuidwesten
mogelijk 7. Harmonie toont deze nu wat steviger, met lokaal windstoten
rond 41 kt. Na passage van het grondkoufront een NW-ZO georienteerd
windveld dat zondagmiddag en avond op de kust met 6 Bft, lokaal 7 Bft,
komt te staan. Is wat afgezwakt ten opzichte van de vorige runs. In het
sterkste windveld zijn windstoten mogelijk van 30-35 kt, bij buien vanaf
de grond mogelijk nog iets meer. In de avond in het Waddengebied en aan
de noordwestkust mogelijk uitschieters tot 41 kt bij het windveld in de
knijpzone.

BEWOLKING:
Bij en achter het warmtefront tot aan passage van het grondkoufront kans
op stratus. Op hoogte wordt de opbouw op nadering van het hoogtekoufront
potentieel onstabiel met toenemende kans op ingebedde CB's met basis
FL050-FL080 en toppen rond FL300. Bij het grondkoufront vooral in de
oostelijke helft op dagelijkse gang een CB gevoed vanaf de grond met
basis op 1500 vt en toppen richting FL300. Na passage van het
grondkoufront stijgen de bovenluchttemperaturen en wordt de lucht
droger, waardoor de CB's minder talrijk en ondieper worden. Nabij de
ingedraaide occlusie is vooral in de noordelijke helft weer sprake van
SC met ingebedde Cb's, die mogelijk nog wel tot FL250 komen. Progtemp
van EHGG laat dit rond 18 UTC net aan toe. Op maandag SC/Cu en een
afnemende onstabiliteitsdiepte.

NEERSLAG:
In de warme sector, bij en achter het hoogtekoufront wordt de opbouw
potentieel onstabiel vanaf FL050-FL080, op nadering van de hoogtetrog.
Progtemps van alle modellen laten dit in meer of mindere mate zien. Bij
het warmtefront stratiforme regen. De MUCAPE neemt dan toe naar maximaal
1000-1500 J/Kg. De schering is vanaf hoogte gering (orde 10-15 kn). Dit
levert slecht georganiseerde multicellen op. Modellen geven allen een
indicatie van het ontstaan van buien voor en op het grondkoufront. Dit
moet de komende uren gebeuren. Harmonie komt met een duidelijk
onweerssignaal, INDECS ook. Nabij het grondkoufront lijkt op dagelijkse
gang in de oostelijke helft nog een onweersbui mogelijk vanaf de grond,
geholpen door de hoogtetrog en mogelijk al de forcering bij de jet. De
effectieve windschering neemt dan toe naar zo'n 25 kn (0-6 km), dit kan
beter georganiseerde cellen opleveren, mogelijk een squall-achtige
structuur i.c.m. de hoogtetrog. Ook dan is de kans op onweer reëel,
maar de progtemps zien er niet overtuigend onstabiel uit. Na passage van
het grondkoufront neemt de CAPE snel af, de onstabiliteitsdiepte neemt
flink af, dankzij een inversie rond FL070. Bij de occlusierestanten
aanhoudend kans op een lichte tot matige bui (ook onder invloed van de
jet), nabij de ingedraaide occlusie buiige neerslag, onweer is dan niet
geheel uitgesloten. Op maandag nog een enkele (lichte) bui.

ZICHT:
Zichtverminderingen volgen de neerslagintensiteit, maar die laatste moet
vrij fors zijn om in combinatie met de wind voor echt slechte zichten te
kunnen zorgen.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: berge
Bron: KNMI